VOOR HET STARTEN VAN DE MACHINE
1.
Controleer of er geen deurtjes of kleppen open staan op de machine en of de arbeidsomstandigheden normaal zijn.
2.
Als de machine na het transport nog niet is gebruikt, moet u eerst controleren of alle blokken en blokkeermiddelen die bij het
transport zijn gebruikt wel zijn verwijderd.
DE MACHINE STARTEN EN STOPPEN
Starten van de machine
1.
Ga op de bestuurdersstoel (38) zitten en stel de stand van de stoel naar wens af met de hendel (73).
2.
Deblokkeer de stelhendel (66) door eraan te trekken. Stel daarna de kanteling van het stuur (65) naar wens af. Laat tenslotte
de stelhendel (66) los en beweeg het stuur iets zodat de binnenstop vast haakt.
3.
Steek terwijl u op de bestuurdersstoel (38) zit de contactsleutel (68) in de contactschakelaar; draai de sleutel in stand 'I' zonder
het gaspedaal (70) in te trappen. Na enkele seconden gaat het display (60) branden en worden de bedrijfsuren weergegeven.
Controleer of het groene lampje (63) brandt.
4.
Wanneer het gele (61) of rode lampje (62) gaat branden, zet u de contactsleutel op '0' en verwijdert u de sleutel. Laad de
accu's op (zie de procedure in het hoofdstuk Onderhoud).
OPMERKING
De stoel (38) is uitgerust met een veiligheidssensor waardoor de machine alleen kan bewegen als er iemand op de
bestuurdersstoel zit.
5.
Schakel de parkeerrem uit door op het pedaal (76) te drukken en tegelijkertijd de hendel (69) te deblokkeren.
6.
Ga op de werkplek zitten en start de machine met de handen op het stuur (65). Druk op het voorste deel van het pedaal (70)
om de machine voorwaarts te bewegen en op het achterste deel om de machine achterwaarts te bewegen.
De bewegingssnelheid is instelbaar van nul tot de maximale waarde via de druk op het pedaal.
7.
Laat de hoofdborstel zakken met behulp van de hendel (74) en open het aanzuigsysteem met de hendel (67).
8.
Laat de zijborstel rechts met de hendel (71) zakken.
9.
Laat indien van toepassing de zijborstel links met de hendel (72) zakken.
OPMERKING
De borstels (10, 11, 12) kunnen ook als de machine beweegt omlaag en omhoog worden gezet.
De borstels draaien niet wanneer ze omhoog staan.
Als de hoofdborstel omhoog staat, werkt het aanzuigsysteem ook niet.
10.
Als u met de veegwerkzaamheden wilt beginnen, start u de machine met de handen op het stuur (65) en drukt u naar wens op
het pedaal (70).
De machine stoppen
1.
Laat het pedaal (70) los om de machine te stoppen.
Als u de machine snel tot stilstand wilt brengen, drukt u ook het pedaal van de servicerem (76) in.
Als u de machine in een noodgeval meteen stil wilt zetten, drukt u op de noodknop (64).
U kunt de noodknop (64) na de activering uitschakelen door deze in de richting van het pijltje op de knop zelf te draaien.
2.
Zet de contactsleutel (68) in stand '0' en verwijder de sleutel daarna.
3.
Schakel de parkeerrem in door het pedaal (76) in te drukken en tegelijkertijd de hendel voor het blokkeren van de rem (69) te
activeren.
GEBRUIKSAANWIJZING
SR 1300H B
146 1062 000(3)2007-02 A
NEDERLANDS
15