5 - TECHNISCHE GEGEVENS
Raadpleeg voor de technische gegevens het gegevensplaatje dat op het product aangebracht is (Afb.1).
6 - ONGEMAKKEN EN MOGELIJKE OPLOSINGEN
SLECHTE WERKING
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat wordt niet ingeschakeld.
Het apparaat werkt alleen voor korte tijd.
Het apparaat koelt niet goed.
Het apparaat is lawaaiig en trilt overmatig.
Tijdens het verplaatsen van de airconditioner
komt er water uit.
Het display geeft "E1" aan.
Het display geeft "E2" aan.
Probeer niet het apparaat zelf te repareren.
Als de storing niet is opgelost, neem dan contact op met de plaatselijke verkoper of het dichtst bijgelegen
service center. Verstrek gedetailleerde informatie over de storing en het model van het apparaat.
NL - 18
OORZAAK
Er is geen stroom.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Led S9 aan
---------------------------------------------------------
In de werkwijze KOELING: de omgevings-
temperatuur is lager dan de ingestelde
temperatuur
---------------------------------------------------------
In de werkwijze VERWARMING: de omge-
vingstemperatuur is hoger dan de ingestelde
temperatuur.
De ingestelde temperatuur is te dichtbij de
omgevingstemperatuur.
---------------------------------------------------------
De aanzuiging van de buitenlucht wordt
belemmerd.
De luchtfilters zijn verstopt door vuil, pluizen
of haar van huisdieren.
---------------------------------------------------------
De afvoerleiding is niet aangesloten of is
geblokkeerd.
---------------------------------------------------------
Het apparaat heeft een laag niveau
koelmiddel.
---------------------------------------------------------
De instelling van de temperatuur is te hoog.
---------------------------------------------------------
De ramen en de deuren van het vertrek
zijn open.
---------------------------------------------------------
De zone van het vertrek is te groot.
---------------------------------------------------------
Er zijn warmtebronnen in de kamer.
Het draagvlak van het apparaat is niet
genivelleerd.
---------------------------------------------------------
De luchtfilters zijn verstopt door vuil, pluizen
of haar van huisdieren.
De airconditioner is schuin gehouden of op
zijn kant gelegd.
Omgevingstemperatuursensor defect.
Temperatuursensor van de leiding defect.
WAT TE DOEN?
Wacht even.
Steek de stekker in het stopcontact.
De tray voor het opvangen van het water is vol.
Schakel het apparaat uit, voer het water uit de
tray af en herstart het apparaat vervolgens.
---------------------------------------------------------
Stel de temperatuur opnieuw in
---------------------------------------------------------
Stel de temperatuur opnieuw in.
Verlaag de ingestelde temperatuur.
---------------------------------------------------------
Verwijder de obstakels.
Neem contact op met de Servicedienst.
Schakel het apparaat uit en reinig de filters
door de instructies te volgen.
---------------------------------------------------------
Schakel het apparaat uit, sluit de leiding af,
verwijder de eventuele obstructie en sluit de
afvoerleiding weer aan.
---------------------------------------------------------
Neem contact op met een service center om
het apparaat te laten inspecteren en bij te
vullen met koelmiddel.
---------------------------------------------------------
Verlaag de ingestelde temperatuur.
---------------------------------------------------------
Controleer of alle ramen en deuren dicht zijn
---------------------------------------------------------
Controleer opnieuw het koelgebied.
---------------------------------------------------------
Verwijder de warmtebronnen, indien mogelijk.
Plaats het apparaat op een stabiel, vlak en
genivelleerd oppervlak.
---------------------------------------------------------
Schakel het apparaat uit en reinig de filters
door de instructies te volgen.
Voordat het apparaat verplaatst wordt moet
het water verwijderd worden.
Neem contact op met de Servicedienst.
Neem contact op met de Servicedienst.