TRANSPORT UND LAGERUNG
1. De roeitrainer kan worden ingeklapt en rechtop worden
opgeborgen. Plaats hiervoor de zitting (76) aan het achterste
uiteinde van de stoelschuif, pak de middensteun (21) vast en
trek deze langzaam omhoog totdat de roeitrainer is ingeklapt
en rechtop staat. Nu kan de roeitrainer eenvoudig worden
verplaatst. Opmerking! Houd rekening met elk risico op
beknelling bij het in- en uitklappen.
REINIGING, ONDERHOUD EN OPSLAG
1. Reiniging
Gebruik alleen een vochtige doek voor het reinigen. Let
op: Gebruik nooit benzeen, thinner of andere agressieve
reinigingsmiddelen voor oppervlaktereiniging als deze Schade
veroorzaakt.
Het apparaat is alleen voor prive gebruik en voor gebruik geschikte
binnenshuis. Houd het apparaat schoon en vocht uit het apparaat.
2. Opslag
Om de installatielocatie te wijzigen, tilt u de achterkant van het
apparaat op, zodat het op de transportwielen rust. Je kunt het
apparaat rechtop opbergen.
Haal de batterijen uit de computer als u het apparaat langer dan
4 weken niet gaat gebruiken. Kies een droge opslagplaats in huis.
Bedek het apparaat om het te beschermen tegen verkleuring door
zonlicht en stof.
3. Onderhoud
Wij
adviseren
om
schroefverbindingen elke 50 bedrijfsuren te controleren of ze goed
vastzitten.
FIXES
Als u niet kunt oplossen met behulp van de genoemde storing informatie, kunt u contact opnemen met uw dealer of fabrikant.
Probleem
De computer wordt niet
ingeschakeld door het
indrukken van een knop.
De computer telt niet en gaat niet
aan de start van de opleiding
een.
De computer telt niet en gaat niet
aan de start van de opleiding
een.
VEREISTE TRAININGSRUIMTE
1960
420
de
bij
de
montage
Mogelijke oorzaak
Geen batterijen of accu's geplaatst
leeg
Ontbrekende sensor impuls als gevolg van
onjuiste of opgelost connector.
Ontbrekende sensor puls door een onjuiste
positie van de sensor.
Oefenterrein
in mm
(Voor de apparaat-
en gebruikers)
2000
76
gemaakte
Oplossing
Controleer de batterijen in de batterijhouder voor een goede
pasvorm of vervangen.
Controleer de stekker van de
computer en de stekker van den Sensor voor een goede
pasvorm.
Controleer de afstand van de sensor tot de magneet. Aan de
trekkoordwikkeling is een magneet bevestigd die de sensoren op
een afstand van minder dan < 5 mm moet passeren.
2560
35
21
Oefenterrein in mm
(Voor de apparaat-en
gebruikers omringend 600mm)
2000
1620
NL