NL
BE
• U hebt meer controle over het apparaat
wanneer u met de onderkant van het
zwaard (met trekkende ketting).
• De zaagketting mag tijdens het door-
zagen of daarna noch de grond noch
een ander voorwerp aanraken.
• Zorg ervoor dat de zaagketting niet in de
zaagsnede vastgekneld raakt. De boom-
stam mag niet breken of afsplinteren.
• Neem de voorzorgsmaatregelen tegen
terugslag in acht (zie veiligheidsinstruc-
ties).
• Ga bij zaagwerkzaamheden op een
helling altijd boven de boomstam
staan. Om op het moment van het
„doorzagen" de volledige controle te
behouden, dient u tegen het einde van
het zagen de druk te reduceren zonder
de vaste greep op de handvatten van
de houtsnijder te lossen. Zorg ervoor
dat de zaagketting de grond niet raakt.
Nadat u het zagen voltooid hebt, dient
u de stilstand van de zaagketting af
te wachten voordat u de houtsnijder
verwijdert van de snede. Schakel de
motor van de houtsnijder steeds uit
alvorens van boom te veranderen.
Wanneer de zaagketting vast-
gekneld raakt, probeer dan
niet om het apparaat er met geweld
uit te trekken. Er bestaat een risico
op verwondingen. Zet de motor af
en gebruik een hefboomarm of spie
om het apparaat los te maken.
Op lengte snijden
Op lengte snijden is het zagen van ge-
velde boomstammen in kleine stukken.
Zorg ervoor dat u stabiel staat en dat uw
lichaamsgewicht gelijkmatig is verdeeld
88
over beide voeten. Indien mogelijk moet
de stam zijn geplaatst op takken, balken of
wiggen of erdoor ondersteund worden.
• Zorg ervoor dat de zaagketting bij het
zagen de grond niet raakt.
• Zorg dat u stevig staat en sta op hel-
lend terrein boven de stam. Om op
het moment van het „doorzagen" de
volledige controle te behouden, dient u
tegen het einde van het zagen de druk
te reduceren zonder de vaste greep
op de handvatten van de houtsnijder
te lossen. Nadat u het zagen voltooid
hebt, dient u de stilstand van de zaag-
ketting af te wachten voordat u de hout-
snijder verwijdert van de snede. Scha-
kel de motor van de houtsnijder steeds
uit alvorens van boom te veranderen.
1. Stam ligt op de grond
Zaag de stam langs boven volledig door
en let erop, op het einde de bodem niet
te raken. Indien de stam kan worden ge-
draaid, zaagt u hem voor 2/3 door. Ver-
volgens draait u de stam om en zaagt u de
rest van boven naar beneden door.
2. Zagen op een zaagbok
Houd de elektrische kettingzaag met beide
handen stevig vast en beweeg de ketting-
zaag tijdens het zagen van het lichaam af.
Als de stam is doorgezaagd, brengt u de
zaag rechts langs uw lichaam (1). Houd uw
linkerarm zo recht mogelijk (2). Let op de
vallende stam. Ga zo staan, dat de vallen-
de stam geen gevaar oplevert. Let op uw
voeten. De vallende stam kan op uw voeten
vallen. Denk ook om uw evenwicht (3).