Bediening en gebruik
Let op: Als er op een bepaald moment geen meetwaarde is, worden er drie streepjes
aangegeven.
□
Druk kort op de toets HISTORY 17 .
De uurweergave 29 geeft de waarde van het afgelopen uur aan (-1).
□
Druk nogmaals op de toets HISTORY 17 .
Telkens wanneer de toets HISTORY 17 opnieuw wordt ingedrukt, gaat de
uurweergave 29 weer een uur (-2, -3 enz.) terug.
De waarde in de uurweergave 29 geeft aan wat de luchtdruk was, bijv. -4 uur geleden.
● Trends
Luchtdruktrend
De trendweergave luchtdruk 28 geeft de trend van de luchtdruk aan.
Temperatuur- en vochtigheidstrend
De trendweergave radiografisch weerstation 36 en de trendweergave buitensensor 50
geeft de trend voor de temperatuur en de luchtvochtigheid aan.
● Alarmfuncties instellen
Het product heeft twee alarmfuncties die afzonderlijk kunnen worden geconfigureerd.
□
Druk op de toets SET 12 om tussen de twee alarmfuncties te kiezen.
□
Bevestig uw keuze door de toets SET 12 lang in te drukken.
De uuraanduiding begint te knipperen.
□
Druk op de pijltoets omhoog 13 of de pijltoets omlaag 14 om het gewenste uur in te
stellen.
□
Bevestig uw keuze met de toets SET 12 .
□
Druk op de pijltoets omhoog 13 en de pijltoets omlaag 14 om de gewenste minuten in
te stellen.
□
Bevestig uw keuze met de toets SET 12 .
De tijd voor een alarmfunctie is geconfigureerd.
Let op: De alarmfunctie is alleen actief als deze handmatig is geactiveerd (zie hoofdstuk
"Alarmfuncties activeren/deactiveren").
56
NL/BE