Vraag
Tussen vorm en rooster
ontstaan vonken.
U wilt vaststellen of het
gebak doorbakken is.
Uw gebak stort in.
Uw gebak is in het mid-
den hoog gerezen en la-
ger bij de randen.
Uw klein gebak plakt bij
het bakken aan elkaar.
Uw gebak is over het ge-
heel te licht.
Uw gebak in een (lang-
werpige) vorm wordt te
donker aan de achter-
kant.
Uw gebak is te donker.
Tip
¡ Controleer of de vorm
van buiten schoon is.
¡ De positie van de
vorm in de binnenruim-
te wijzigen.
¡ Bak zonder magne-
tronfunctie verder en
verleng de bakduur.
¡ Met een houten prikker
op de hoogste plaats
in het gebak prikken.
Zit er geen deeg meer
aan de prikker, dan is
het gebak klaar.
¡ Houd de opgegeven
ingrediënten en berei-
dingsaanwijzingen in
het recept aan.
¡ Gebruik minder vloei-
stof.
Of:
¡ Verlaag de baktempe-
ratuur met 10°C en
verleng de baktijd.
¡ Vet alleen de bodem
van de springvorm in.
¡ Het gebak na het bak-
ken voorzichtig met
een mes losmaken.
¡ Rond elk stuk gebak
een afstand van ca. 2
cm vrijhouden.
Zo is er voldoende
plaats om het gebak
goed te laten rijzen en
helemaal bruin te laten
worden.
¡ Controleer de inschuif-
hoogte en de acces-
soires.
¡ De baktemperatuur
verhogen.
Of:
¡ Verleng de baktijd.
¡ Plaats de bakvorm in
het midden.
¡ Verlaag de baktempe-
ratuur en verleng de
baktijd.
Vraag
Uw gebak is onregelmatig
gebruind.
Uw gebak is van binnen
nog niet doorbakken.
Uw gebak laat niet los
wanneer u het uit de vorm
wilt storten.
21.9 Ovenschotels en gegratineerde
gerechten
Met uw apparaat kunt u ovenschotels en gegratineerde
gerechten bereiden.
Bereidingsadviezen voor ovenschotels en
gegratineerde gerechten
¡ De bereidingstoestand van een ovenschotel is af-
hankelijk van de grootte van het kookgerei en de
hoogte van de ovenschotel. Gebruik voor ovenscho-
tels en gegratineerde gerechten een 4 tot 5 cm ho-
ge ovenvorm. In een smalle, hoge vorm hebben de
gerechten meer tijd nodig en worden ze donkerder
aan de bovenkant.
¡ Gebruik hittebestendig servies dat geschikt is voor
de magnetron.
¡ Neem de opgegeven inschuifhoogtes in acht.
¡ Laat ovenschotels en gegratineerde gerechten nog
5 minuten in de uitgeschakelde oven nagaren.
Zo lukt het nl
Tip
¡ Verlaag de baktempe-
ratuur.
¡ Knip het bakpapier in
de juiste afmetingen.
¡ Plaats de bakvorm in
het midden.
¡ Kleine stukken gebak
qua grootte en dikte
zoveel mogelijk een-
vormig maken.
¡ Verlaag de baktempe-
ratuur en verleng de
baktijd.
¡ Minder vloeistof toe-
voegen.
Bij gebak met vochtige
bedekking:
¡ De bodem voorbak-
ken.
¡ Bestrooi de gebakken
bodem met amande-
len of paneermeel.
¡ Leg de bedekking op
de bodem.
¡ Laat het gebak na het
bakken 5 - 10 minuten
afkoelen.
¡ Maak de rand van het
gebak voorzichtig los
met een mes.
¡ Stort het gebak
opnieuw en bedek de
vorm meerdere keren
met een natte, koude
doek.
¡ Vet de vorm de vol-
gende keer in en be-
strooi deze met pa-
neermeel.
203