B
Aansluiting van de sifon
•
De aansluiting van het afvalwater dient zich op minder dan (maximaal) 100 cm van de
onderkant van de kuip te bevinden. De waterafvoerslang dient vastgezet te worden.
PLAATSING VAN HET TOESTEL
•
Plaats de vaatwasser op de gewenste plaats. De achterkant van het toestel dient tegen
de muur erachter te staan, en de zijkanten tegen de meubels of omliggende muren.
Deze vaatwasser is uitgerust met een waterafvoerslang en -toevoerslang die links of
rechts kunnen worden geplaatst om de installatie te vergemakkelijken. De slang mag
niet in water worden ondergedompeld om te voorkomen dat het water terugstroomt.
Het toestel waterpas plaatsen
•
Zodra het toestel op de vereiste plek geplaatst is, kan de hoogte van de vaatwasser
aangepast worden door aan de verstelpoten te draaien. Het toestel mag in geen geval
voor meer dan 2 ° gekanteld worden.
OPMERKING
Dit hoofdstuk heeft enkel betrekking op vrijstaande
vaatwassers.
VRIJSTAANDE INSTALLATIE
Installatie tussen bestaande meubels
•
Zodra het toestel op de vereiste plek geplaatst is, kan de hoogte van de vaatwasser
aangepast worden door aan de verstelpoten te draaien. Het toestel mag in geen geval
voor meer dan 2 ° gekanteld worden.
•
De hoogte van deze vaatwasser (845 mm) werd ontworpen om het mogelijk te maken het
toestel tussen bestaande meubels van dezelfde hoogte te plaatsen in moderne keukens.
De poten kunnen afgesteld worden op de juiste hoogte.
Gebruik van het toestel
89
NL