Opgelet: Geluidsreductie! Zorg ervoor dat u
bij ingebruikneming de regionaal geldende
voorschriften in acht neemt.
Gebruik volgens de voorschriften
Zo nodig kan dit apparaat door eenvoudig ver-
vangen van de meegeleverde opzetstukken in
een grasschaar, heggenschaar of in een grond-
woeler worden omgezet.
Instructies voor het werk
Met de buxusschaar kunt u sierstruiken en
buxus knippen. Dit apparaat wordt met één
hand bediend.
De buxusschaar kan de heggenschaar
niet vervangen en dient niet als zodanig
te worden gebruikt.
De schaar is uitsluitend bedoeld voor het
strimmen en knippen van buxus/sierstruiken
met een lichtere takkenstructuur. Voor een
andersoortige toepassing of voor het knippen
van zwaardere struiken en heesters is de
schaar niet bedoeld. De fabrikant / leveran-
cier is niet verantwoordelijk voor schade die
hier het gevolg van is.
Met de grasschaar kunt u grasranden of
grasvlakken op ontoegankelijke plekken
netjes snijden.
Elke manier van gebruiken van dit apparaat
die van de aanwijzingen in deze gebruiksaan-
wijzing afwijkt, kan schade aan het apparaat
ten gevolge hebben en een ernstig risico
opleveren voor degene die het apparaat be-
dient.
Teneinde uw recht op garantie te waarborgen
en in het belang van de productveiligheid,
dient u zich beslist aan de veiligheidsvoor-
schriften te houden.
Overige gevaren
Ook bij correct gebruik van het gereedschap
blijven resterende risico's aanwezig, die niet
kunnen worden uitgesloten. Uit het soort en
de constructie van het gereedschap kunnen
de volgende potentiële gevaren afgeleid wor-
den:
• Contact met onbeschermd snijblad (Snijle-
tsel)
• Grijpen in de werkende heggenschaar
NL | Gebruiksaanwijzing
(Snijletsel)
• Onverwachte, plotselinge beweging van het
snijblad (Snijletsel)
• Wegschieten van beschadigde snijtanden
• Wegschieten van delen van het snoeiafval
• Gehoorschade, als de voorgeschreven ge-
hoorbescherming niet wordt gedragen
• Inademen van kleine snoeideeltjes
Algemene veiligheidsinstructies
Opgelet! Lees alle aanwijzingen door.
Fouten bij het naleven van de hiervol-
gende aanwijzingen kunnen elektrische
schokken, brand- en/of ernstig ander let-
sel veroorzaken. Het hiervolgend gebruik-
te begrip „elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrisch gereedschap
met netvoeding (met netsnoer) en op
elektrisch gereedschap met accuvoeding
(zonder netsnoer).
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES GOED.
1) Werkplek veiligheid
a) Houd uw werkplek schoon en vol-
doende verlicht. Een niet opgeruimde
en niet goed verlichte werkplek kan de
oorzaak zijn van ongelukken.
a) Werk met het apparaat niet in ex-
plosieve omgevingen waarin brand-
bare vloeistoffen, gassen of stoffen
aanwezig zijn. Elektrisch gereedschap
veroorzaakt vonken die het stof of de
dampen kunnen ontsteken.
b) Houd kinderen en andere personen
tijdens gebruik van het elektrisch
gereedschap op afstand. Bij afleiding
kunt u de controle over het apparaat
verliezen.
2) Elektrische veiligheid
a) De stekker van het apparaat (baterijla-
der) moet in het stopcontact passen.
De stekker mag op geen enkele ma-
nier worden veranderd. Gebruik geen
adapterstekkers samen met geaarde
NL-2