18. MEETWAARDEN REGISTREREN EN VERWERKEN
De digitale multimeter VC890 SE biedt met zijn dataloggingfunctie de mogelijkheid om maximal 1000
meetwaarden te registreren.
Ga om meetwaarden handmatig op te slaan als volgt te werk:
1. Houd bij ingeschakeld meetapparaat de knop SHIFT/SETUP (3) gedurende circa 2 seconden
ingedrukt. Op het uitleesvenster verschijnt
2. Druk nu op de knop REL/PC (Log/◄) (10c) om de actueel gemeten waarde op te slaan. Op het
uitleesvenster verschijnt het symbool
3. Druk om een volgende waarde op te slaan opnieuw op de knop REL/PC (Log/◄). Het tweede
geheugennummer "0002" wordt weergegeven.
4. Druk voor het verlaten van de SHIFT-modus op de knop SHIFT/SETUP.
Als er daarna gedurende circa 3 seconden geen waarde wordt opgeslagen, verdwijnt het
symbool
en het geheugennummer. Druk opnieuw op de knop REL/PC (Log/◄) om
de volgende waarden op te slaan. Op het uitleesvenster verschijnt dan het symbool
weer en het geheugennummer.
Meetwaarden automatisch opslaan:
1. Kies eerst de gewenste registratiesnelheid in het menu SETUP. Het apparaat is vanaf de fabriek
zodanig ingesteld dat er een meetwaarde per seconde wordt opgeslagen.
2. Houd bij het ingeschakelde meetapparaat de knop SHIFT/SETUP (3) gedurende circa 2 seconden
ingedrukt. Op het uitleesvenster verschijnt
3. Houd de knop SHIFT/SETUP opnieuw gedurende circa 2 seconden ingedrukt om het menu
SETUP te openen.
4. Druk nu meerdere keren op de knop SHIFT/SETUP, totdat het menupunt "LOGGER SAMPLING
RATE" is geselecteerd. Een ster-symbool * links naast het menupunt geeft aan dat het menupunt
is gekozen.
5. Druk op de knoppen H/LIGHT (+/COMP) of RANGE (-) om de registratiesnelheid in te stellen
(Instelbereik: 1 tot 10 seconden).
6. Houd de knop SHIFT/SETUP gedurende circa 2 seconden ingedrukt om de instelling op te slaan
en het menu SETUP te verlaten.
7. Om meetwaarden te registreren, moet worden overgeschakeld naar de SHIFT-modus. Houd bij
ingeschakeld meetapparaat de knop SHIFT/SETUP gedurende circa 2 seconden ingedrukt, totdat
op het uitleesvenster wordt weergegeven.
8. Houd gedurende circa 2 seconden de knop REL/PC (Log/◄) ingedrukt om de automatische
registratie te starten. Op het uitleesvenster verschijnt
Het apparaat slaat nu de meetwaarden op met de vooraf ingestelde registratiesnelheid.
9. Houd om de registratie te stoppen weer de knop REL/PC (Log/◄) gedurende circa 2 seconden
ingedrukt.
152
. Dit geeft de SHIFT-modus aan.
en daaronder het eerste geheugennummer "0001".
. Dit geeft de SHIFT-modus aan.
en daaronder het geheugennummer.
10. Houd om verder te gaan met de registratie opnieuw de knop REL/PC (Log/◄) gedurende circa
2 seconden ingedrukt.
11. Druk voor het verlaten van de SHIFT-modus op de knop SHIFT/SETUP.
Instellingen voor het meetwaardegeheugen:
1. Voer de instellingen voor het meetwaardegeheugen uit in het menu SETUP.
2. Houd bij ingeschakeld meetapparaat de knop SHIFT/SETUP (3) gedurende circa 2 seconden
ingedrukt. Op het uitleesvenster verschijnt
3. Houd de knop SHIFT/SETUP opnieuw gedurende circa 2 seconden ingedrukt om het menu
SETUP te openen.
4. Druk nu meerdere keren op de knop SHIFT/SETUP, totdat het menupunt "LOGGER MEMORY"
is geselecteerd. Een ster-symbool * links naast het menupunt geeft aan dat het menupunt is
gekozen.
5. Druk op de knoppen REL/PC (Log/◄) of MAX/MIN (View/►) om "FIX" of "OVERWRITE" te
selecteren.
6. De instelling "FIX" betekent dat de meetwaarden net zo lang worden opgeslagen totdat het
geheugen vol is (max. 1000 meetwaarden). De meting wordt bij geheugennummer "1000" stilgezet.
7. De instelling "OVERWRITE" betekent dat de meetwaarden continu worden opgeslagen. Zodra
de meetwaarde "1000" is geregistreerd, begint het apparaat de meetwaarden te overschrijven.
Het geheugennummer wordt niet langer op het uitleesvenster weergegeven. In plaats daarvan
verschijnt er een knipperend oneindigheids-symbool "∞".
8. Het menupunt "LOGGER MEMORY" is vanaf de fabriek op "FIX" vooringesteld.
9. Houd de knop SHIFT/SETUP gedurende circa 2 seconden ingedrukt om de instelling op te slaan
en het menu SETUP te verlaten.
Uitleesvenster-instelling voor de automatische meetwaardeopslag:
1. Het is mogelijk om bij de automatische meting de energiebesparingsmodus te activeren.
2. Voer deze instelling uit in het menu SETUP.
3. Houd bij ingeschakeld meetapparaat de knop SHIFT/SETUP (3) gedurende circa 2 seconden
ingedrukt. Op het uitleesvenster verschijnt
4. Houd de knop SHIFT/SETUP opnieuw gedurende circa 2 seconden ingedrukt om het menu
SETUP te openen.
5. Druk nu meerdere keren op de knop SHIFT/SETUP, totdat het menupunt "LOGGER DATA
DISPLAY" is geselecteerd. Een ster-symbool * links naast het menupunt geeft aan dat het
menupunt is gekozen.
6. Druk op de knoppen REL/PC (Log/◄) of bMAX/MIN (View/►) om "ON" (aan) of "OFF" (uit) te kiezen.
7. De instelling „ON" betekent dat het uitleesvenster tijdens de automatisch doorlopende meting
altijd is ingeschakeld.
. Dit geeft de SHIFT-modus aan.
. Dit geeft de SHIFT-modus aan.
153