• Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet binnen het
stroommeetbereik bevindt.
• De spanning tussen meetapparaat en aardpotentiaal mag niet meer zijn dan 1000 V
DC/AC in CAT III resp. 600 V in CAT IV.
• Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject
worden verwijderd.
• Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V wissel- (AC) resp.
>35 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van
elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen.
• Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetsnoeren op beschadiging(en).
• Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd,
verwijderd enz.) is.
• Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten
aansluitingen/meetpunten tijdens de meting niet (ook niet indirect) aanraakt.
• Pak tijdens het meten niet boven de voelbare handgreepmarkeringen op de meetstiften
vast.
• Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! /
energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer,
schakelingen en onderdelen van de schakeling enz. absoluut droog zijn.
• Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
• Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar
een warme ruimte is gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het
apparaat onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken.
• Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
• Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
134
b) Batterijen / accu's
• Let op de juiste polariteit bij het plaatsen van de batterijen / accu's.
• De batterijen / accu's dienen uit het apparaat te worden verwijderd wanneer het
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt om beschadiging door lekkage te voorkomen.
Lekkende of beschadigde batterijen / accu's kunnen brandend zuur bij contact met de
huid opleveren. Gebruik daarom veiligheidshandschoenen om beschadigde batterijen /
accu's aan te pakken.
• Batterijen / accu's moeten uit de buurt van kinderen worden gehouden. Laat batterijen /
accu's niet rondslingeren omdat het gevaar bestaat dat kinderen en/of huisdieren ze
inslikken.
• Batterijen / accu's mogen niet worden ontmanteld, kortgesloten of verbrand. Probeer
nooit gewone batterijen te herladen. Er bestaat dan explosiegevaar!
c) Diversen
• Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of het
aansluiten van het apparaat.
• Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door een
expert of in een daartoe bevoegde winkel.
Indien u vragen heeft over de correcte aansluiting of het gebruik of als er problemen zijn waar u in de
gebruiksaanwijzing geen oplossing voor kunt vinden, neemt u dan contact op met onze technische
helpdesk of met een andere elektromonteur.
135