Télécharger Imprimer la page

VOLTCRAFT 1890138 Mode D'emploi page 73

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

e) Weerstandsmeting
Zorg er voor dat alle te meten onderdelen van schakelingen, circuits en
componenten, alsook andere meetobjecten, beslist spanningsloos en ontladen zijn.
Ga voor weerstandsmetingen als volgt te werk:
1. Schakel de DMM in en kies het meetbereik "Ω".
2. Steek het rode meetsnoer in meetbus °CHzVΩ (7), het zwarte
meetsnoer in meetbus COM (8) (Afb. 5).
3. Test de meetsnoeren op doorgang door de beide
meetpennen tegen elkaar te houden. Daarop dient zich een
weerstandswaarde van ca. 0 − 1,5 Ω in te stellen (eigen
weerstand van de meetsnoeren).
4. Druk bij laagohmige metingen op de knop REL/PC
(Log/◄) (10c) om de eigen weerstand van de meetsnoeren
buiten de hieropvolgende weerstandsmeting te laten. Op
het uitleesvenster verschijnt het delta-symbool
waarde van 0 Ω. De automatische bereikinstelling (AUTO) is
geblokkeerd. De basiswaarde (Rel-verschil) wordt naast het
delta-symbool
weergegeven.
5. Verbind nu de beide meetpennen met het meetobject. De meetwaarde wordt, voor zover het
meetobject niet hoogohmig of onderbroken is, op het uitleesvenster weergegeven. Wacht totdat
de uitlezing zich heeft gestabiliseerd. Bij weerstanden >1 MΩ kan dit enkele seconden duren.
6. Zodra er "OL" (voor overload = overloop) op het uitleesvenster verschijnt, is het meetbereik
overschreden resp. de meetkring onderbroken. Het opnieuw indrukken van de knop REL/PC
(Log/◄) schakelt de relatieve functie uit en activeert de functie autorange.
7. Verwijder na beëindiging van de meting de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM
uit.
Let er bij het uitvoeren van een weerstandsmeting op dat de meetpunten, die met de
meetpennen worden aangeraakt, vrij zijn van vervuiling, olie, soldeerlak en dergelijke.
Dergelijke zaken kunnen het meetresultaat nadelig beïnvloeden.
f) Diodetest
Zorg er voor dat alle te meten onderdelen van schakelingen, circuits en
componenten, alsook andere meetobjecten, beslist spanningsloos en ontladen zijn.
144
en de
Afb. 5
1. Schakel de DMM in en kies het meetbereik "Ω". Druk op
de knop SHIFT/SETUP (3) totdat op het uitleesvenster het
diodetestsymbool
verschijnt.
2. Steek het rode meetsnoer in meetbus °CHzVΩ (7), het zwarte
meetsnoer in meetbus COM (8) (Afb. 6).
3. Test de meetsnoeren op doorgang door de meetpennen
tegen elkaar te houden. Daarop moet zich een waarde van
ca. 0,0000 V instellen.
4. Verbind de beide meetpennen met het meetobject (diode).
5. Op het uitleesvenster wordt de doorlaatspanning "UF"
in volt (V) weergegeven. Verschijnt er ".OL", dan wordt
de diode in sperrichting (UR) gemeten of de diode is
defect (onderbreking). Voer ter controle een meting met
tegengestelde polariteit uit.
6. Verwijder na beëindiging van de meting de meetsnoeren van
het meetobject en schakel de DMM uit.
g) Doorgangstest
Zorg er voor dat alle te meten onderdelen van schakelingen, circuits en
componenten, alsook andere meetobjecten, beslist spanningsloos en ontladen zijn.
1. Schakel de DMM in en kies het meetbereik "Ω". Druk op de
knop SHIFT/SETUP (3) tot op het uitleesvenster het symbool
voor de doorgangstest
verschijnt.
2. Steek het rode meetsnoer in meetbus °CHzVΩ (7), het zwarte
meetsnoer in meetbus COM (8) (Afb. 7).
3. Als doorgang wordt een meetwaarde <10 Ω herkend en klinkt
er een pieptoon.
4. Zodra "OL." (voor overload = overloop) op het uitleesvenster
verschijnt, is het meetbereik overschreden resp. het
meetcircuit onderbroken.
5. Verwijder na beëindiging van de meting de meetsnoeren van
het meetobject en schakel de DMM uit.
Afb. 6
Afb. 7
145

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Vc890