3. Volg de bovenstaande instructies om dag, uur en minuten in te
stellen.
4. Zodra u de minuten heeft ingesteld en de timeknop indrukt, zijn
de datum en tijd ingesteld en wordt de tijd weergegeven.
5. Als u de datum en de tijd wilt veranderen, houdt u de timeknop
ingedrukt gedurende ca. 3 seconden totdat het jaartal begint te
knipperen. Nu kunt u nieuwe waarden invoeren zoals hierboven
beschreven.
3. Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de
benen over elkaar.
3. Meet uw bloeddruk altijd zittend en aan de zelfde pols. U meet het
best aan de pols waaraan u de hoogste bloeddrukwaarde heeft.
4. Verwijder kleding en bijvoorbeeld uw horloge, zodat uw pols
geheel vrij is.
5. Garandeer altijd dat de manchet juist is bevestigd, zoals aange-
geven in de afbeelding geïllustreerd op de korte instructiekaart.
6. Bevestig de manchet comfortabel maar niet te strak. De manchet
kan een polsomtrek van 13,5 - 23 cm cm bedekken (5,25 - 9,05
inches).
Microlife BP W3 Comfort
7. Steun uw arm in een ontspannen positie en wees er alert op dat
het apparaat op dezelfde hoogte gehouden wordt als uw hart.
4. Bloeddruk meten
1. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
2. Als het manchet correct is geplaatst verschijnt het Manchetcon-
trole indicator AO symbool in het scherm. Wanneer het symbool
Manchetpositie controle AO-A in beeld verschijnt, is de manchet
matig geplaatst maar kan er nog steeds een correcte bloeddruk-
meting verricht worden.
3. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan, beweeg
niet en span uw armspieren niet totdat het meetresultaat wordt
getoond. Adem normaal en praat niet.
4. De meting vindt plaats tijden het oppompen van de manchet. De
snelheid waarmee de manchet wordt opgepompt kan per meting
verschillen, dit is normaal.
5. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AP op het
scherm.
6. Het resultaat, inclusief de systolische 7 en de diastolische 8
bloeddruk en de hartslagfrequentie 9 wordt weergegeven.
Raadpleeg ook deze handleiding voor uitleg van de overige weer-
gaven.
101
NL