Werking
Algemeen gebruik
1.
Voor elk gebruik, controleer het gereedschap, het snoer en de stekker en alle
accessoires op schade. Gebruik het gereedschap niet als het beschadigd of
versleten is.
2.
Controleer grondig of het snij-accessoire en de andere accessoires juist zijn
aangebracht.
3.
Duw het product naar voren terwijl u de handgreep vasthoudt. Houd de
handgreep droog om een goede grip te waarborgen.
4.
Zorg dat de ventilatieopeningen altijd schoon en vrij zijn. Indien nodig, maak ze
schoon met een zachte borstel. Als de ventilatieopeningen verstopt zijn, kan het
gereedschap oververhitten en beschadigd raken.
5.
Schakel het gereedschap onmiddellijk uit als er tijdens het maaien een persoon
de maaizone betreedt. Wacht totdat het gereedschap tot een volledige stilstand is
gekomen voordat u in een andere richting kijkt.
6.
Werk niet te lang. Las regelmatig een pauze in zodat u tijdens het gebruiken van
het gereedschap geconcentreerd blijft en volledig controle over het gereedschap
behoudt.
WAARSCHUWING !
en dagen van het gebruik van het gereedschap en andere
beperkingen door de wet opgelegd. Neem contact op met uw
gemeente en leef de wetgeving na om de rust van uw buren niet
te verstoren en overtredingen te vermijden !
WAARSCHUWING !
opvangbak en met het achterste scherm omhoog: risico op
wegslingerende voorwerpen.
De maaihoogte afstellen
1.
Duw de regelknop uit de inkeping.
2.
Breng de regelknop omhoog of omlaag naar de gewenste hoogte (1-7).
3.
Laat de regelknop los en breng ze in de gewenste inkeping aan.
Opmerking :
Zorg ervoor dat de regelknop juist in een inkeping is aangebracht.
In bepaalde landen zijn de uren
Gebruik het product nooit zonder
109