Nederlands
► Kap (2) wegnemen.
► Schuif (3) lostrekken.
► Schuif (3) zo uitlijnen dat het symbool (4) naar
de kettingzaag is gericht.
► Schuif (3) tot aan de aanslag in de geleiding
schuiven.
De schuif klikt merkbaar vast.
► Kap (2) aanbrengen.
► Kapsluitingen (1) zo ver rechtsom draaien tot
er een klik hoorbaar is.
De kapsluitingen (1) zijn vergrendeld.
11.3
Kettingzaag kalibreren
Tijdens de werkzaamheden stelt de kettingzaag
zich automatisch in op het optimale vermogen.
Door een kalibrering kan de kettingzaag sneller
worden ingesteld op het optimale vermogen.
► Als de buitentemperatuur lager dan -10 °C is
of als de motor koud is:
► Motor starten en kettingrem lossen.
► Motor ca. 1 minuut met gasstoten warm‐
draaien.
► Motor afzetten.
A
1
min
30-60 s
► Combischakelaar in stand
► Kettingrem inschakelen.
► Motor starten, zonder de gashendel in te druk‐
ken.
De motor draait en de combischakelaar blijft in
stand
staan.
► Motor minimaal 30 tot maximaal 60 secon‐
den (A) laten draaien, zonder de gashendel in
te drukken.
20
4
3
B
C
> 30 s
plaatsen.
WAARSCHUWING
■ Als de kettingrem wordt gelost kan de zaag‐
ketting meedraaien. De gebruiker kan hierdoor
ernstig letsel oplopen.
► De kettingzaag zo vasthouden als in deze
handleiding staat beschreven.
► De ronddraaiende zaagketting niet aanra‐
ken.
► Kettingrem lossen.
LET OP
■ Als de gashendel wordt losgelaten voordat de
kettingzaag volledig is gekalibreerd wordt de
kalibrering onderbroken. De kalibrering moet
opnieuw worden gestart.
► Gashendel geheel ingedrukt houden.
LET OP
■ Als de gashendel tijdens de kalibrering niet
geheel wordt ingedrukt kan de kettingzaag
zich verkeerd instellen. De kettingzaag kan
worden beschadigd.
► Gashendel geheel ingedrukt houden.
► Gashendel minimaal 30 seconden (B) lang
indrukken en ingedrukt houden.
Het motortoerental loopt op en de zaagketting
draait mee. De kettingzaag wordt gekali‐
breerd. Het motortoerental schommelt en loopt
tijdens de kalibrering duidelijk op.
► Als de motor afslaat: opnieuw proberen de
kettingzaag te kalibreren.
► Als de motor weer afslaat:
► Kettingrem inschakelen.
► Kettingzaag niet gebruiken en contact opne‐
men met een STIHL dealer.
De kettingzaag is defect.
► Zodra het motortoerental hoorbaar en merk‐
baar terugvalt: (C): de gashendel loslaten.
De motor draait stationair. De kettingzaag is
s
gekalibreerd en klaar voor gebruik.
11.4
Olieopbrengst instellen
De kettingzaag is voorzien van een instelbare
oliepomp.
11 Met de motorzaag werken
0458-787-7621-B