11 Accu laden
1
Na het aansluiten van de acculader op het licht‐
net vindt een automatische zelftest plaats. Tij‐
dens deze test brandt LED (1) op de acculader
gedurende ca. 1 seconde groen, daarna rood en
gaat weer uit.
11 Accu laden
Bij de aflevering is de accu niet volledig geladen.
Aanbevolen wordt de accu voor de eerste inge‐
bruikneming volledig te laden.
► De acculader op het lichtnet aansluiten – de
netspanning van het lichtnet en de bedrijfs‐
spanning van de acculader moeten met elkaar
corresponderen – zie "Acculader op het licht‐
net aansluiten"
De acculader alleen in afgesloten en droge ruim‐
ten bij omgevingstemperaturen van +5 °C tot
+40 °C (41° F tot 104° F) gebruiken.
Alleen droge accu's laden. Een vochtige accu
voor aanvang van het laden laten drogen.
► Accu (1) tot aan de eerst merkbare weerstand
in de acculader (2) schuiven – vervolgens tot
aan de aanslag hierin drukken
0458-707-9621-B
Na het aanbrengen van de accu brandt de
led (3) op de acculader – zie "Led op de accula‐
der".
De laadprocedure start zodra de leds (4) op de
accu groen branden – zie "Leds op de accu".
De laadtijd is afhankelijk van diverse factoren,
zoals de staat van de accu, de omgevingstempe‐
ratuur, enz. en kan daarom afwijken van de
opgegeven laadtijden.
Tijdens de werkzaamheden loopt de temperatuur
van de accu in het apparaat op. Als een warme
accu in de acculader wordt geplaatst, kan het
nodig zijn de accu voor het laden te laten afkoe‐
len. De laadprocedure start pas als de accu is
afgekoeld. De laadtijd kan oplopen door de tijd
die nodig is voor het afkoelen.
Tijdens het laden worden de accu en de accula‐
der warm.
11.1
De acculaders AL 301 en AL 500 zijn uitgerust
met een ventilator voor het koelen van de accu.
11.2
De acculader AL 100 wacht met de laadproce‐
2
dure tot de accu uit zichzelf is afgekoeld. De
afkoeling van de accu vindt plaats via de warm‐
teafgifte aan de omgevingslucht.
11.3
Als de accu geheel is geladen, schakelt de accu‐
lader automatisch uit, daarnaast:
– gaan de leds op de accu uit
– gaat de led op de acculader uit
– schakelt de ventilator van de acculader uit
De geladen accu na het beëindigen van het
laden uit de acculader nemen.
4
3
Acculaders AL 301, AL 500
Acculader AL 100
Laadeinde
(indien geïnstalleerd in de acculader)
Nederlands
147