Nederlands
5.4
Bij diamant- en kunsthars door‐
slijpschijven op het volgende
letten
5.4.1
Door te slijpen voorwerpen
– moeten over de gehele lengte zijn onder‐
steund
– tegen wegrollen, resp. wegglijden beveiligen
– tegen trillingen beveiligen
5.4.2
Afgeslepen delen
Bij het maken van doorvoeringen, uitsparingen
enz. is de volgorde van het aanbrengen van de
doorslijpvoegen belangrijk. De laatste slijpvoeg
altijd zo aanbrengen dat de doorslijpschijf niet
kan worden ingeklemd en dat het los- of uitgesle‐
pen deel de gebruiker niet in gevaar brengt.
Zo nodig kleine bruggetjes laten staan waardoor
het los te slijpen deel blijft staan. Deze brugge‐
tjes later doorbreken.
Voor het definitief doorslijpen van het deel bepa‐
len:
– Hoe zwaar is het deel
– In welke richting kan het deel na het losslijpen
bewegen
– Staat het onder spanning
Bij het uitbreken van het deel de helpers niet in
gevaar brengen.
5.5
In meerdere fasen doorslijpen
► Slijplijn (A) aftekenen
140
► Langs de slijplijn werken. Bij correcties de
5.6
► Plaat borgen (bijv. op een slipvrije ondergrond,
► Geleidegroef (A) langs de aangebrachte slijp‐
► Slijpvoeg (B) dieper inslijpen
► Breuklijst (C) laten staan
► De plaat eerst bij de slijpvoeguiteinden door‐
► De plaat breken
A
► Bochten in meerdere cycli aanbrengen – erop
doorslijpschijf niet scheef drukken, maar altijd
opnieuw aanzetten – de slijpdiepte per fase
mag maximaal 2 cm bedragen. Dikker materi‐
aal in meerdere fasen doorslijpen
Platen doorslijpen
zandbed)
lijn inslijpen
slijpen, zodat er geen materiaal uitbreekt
letten dat de doorslijpschijf niet scheef wordt
gedrukt
5 Gebruiksvoorbeelden
0458-707-9621-B