5.6 Plaatsing van de bedieningskast en joystick
WAARSCHUWING!
Controleer of het bedieningssysteem goed is
•
bevestigd en of de joystick zich in de juiste positie
bevindt.
De arm en hand waarmee u de joystick bedient moet
•
bijvoorbeeld worden ondersteund door een gepolsterd
armkussen.
Gebruik de joystick niet als de enige ondersteuning
•
voor uw hand en arm. Door bewegingen en stoten van
de rolstoel kunt u de controle over de stoel verliezen.
Positionering van de Joystick
• Gebruik een 3 mm inbussleutel (achtkantige sleutel).
• Maak de kleine schroeven los (C-Fig. 5.16).
• Zet de joystick in de gewenste positie.
• Draai de schroeven weer aan.
Misschien wilt u de positie van de armleuning aanpassen
om deze af te stemmen op de nieuwe positie van de
joystick:
Gebruik een 5 mm inbussleutel (achtkantige sleutel).
•
Draai de twee inbusschroeven los (Fig. 5.15, A ).
•
Schuif de armleuning naar de nieuwe positie.
•
Draai de inbusschroeven weer aan.
•
WAARSCHUWING!
Controleer vóór gebruik of alle schroeven goed zijn
aangedraaid, vooral wanneer uw rolstoel wordt vervoerd.
Aanpassen van de hoogte van de besturingskast ten op-
zichte van de armleuning (mogelijke aanpassing: 0 - 60.0
mm):
Gebruik een 5 mm inbussleutel (achtkantige sleutel).
•
Draai de inbusschroef los (Fig. 5.16, B).
•
Plaats de besturingskast in de gewenste positie.
•
Draai de inbusschroeven weer aan.
•
WAARSCHUWING!
Controleer vóór gebruik of de inbusschroef goed
vastgedraaid is, vooral wanneer uw rolstoel wordt
vervoerd.
5.7 Klaar voor gebruik. (Fig. 5.17).
Zet door middel van de Aan/Uit knop de stroom aan,
•
(A).
De accuspanningsmeter knippert en blijft vervolgens
•
aan.
Controleer of de maximale snelheid is ingesteld op
•
een niveau dat u prettig vindt, (B).
Gebruik de joystick om de snelheid en richting van de
•
rolstoel te bepalen, (C).
OPMERKING: Zie ook hoofdstuk 7.
168
Mini
SALSA M
2
A
B
A
B
C
Fig. 5.15
Fig. 5.16
C
Fig. 5.17
B
Rev.3.0