NL
gens de voorschriften en die overeen-
stemt met de 'Technische gegevens'
van het apparaat. De contactdoos
moet ook na het aansluiten goed
toegankelijk zijn, zodat de verbinding
met het lichtnet snel kan worden
verbroken.
■
Let erop dat de aansluitleiding niet
bekneld raakt, geknikt of over scherpe
randen gelegd wordt, en dat het niet
in aanraking komt met hete opper-
vlakken (bijv. van het apparaat).
1. Plaats het apparaat op het aanrecht
of op een ander droog, schoon, vlak
en hittebestendig werkvlak. Zorg
voor voldoende vrije ruimte naar alle
kanten (min. 20 cm naar de zijkanten
en 50 cm naar boven).
2. Wikkel de aansluitleiding volledig af
en steek de netstekker in een contact-
doos.
GEBRUIK
Over het algemeen kunnen in dit appa-
raat alle levensmiddelen worden bereid
die ook in een gewone heteluchtoven
kunnen worden bereid. Lees voor goede
resultaten het hoofdstuk 'Tips'.
Attentie!
■
Controleer voor gebruik of het appa-
raat en de buitenkant van de laden
schoon en droog zijn.
■
Gebruik het apparaat niet langer dan
4 uur zonder onderbreking. Uitzon-
deringen hierop zijn de programma's
KEEP WARM (warm houden) en
DEHYDRATE (drogen).
■
Laat het apparaat niet leeg ingescha-
keld (uitzondering 'uitbranden' voor
de eerste keer gebruiken).
■
Leg geen levensmiddelen in vers-
houdfolie of plastic zakjes in het
apparaat.
46
11339_Inlay_DE-EN-FR-NL_A5_V1.indb 46
11339_Inlay_DE-EN-FR-NL_A5_V1.indb 46
■
Let erop dat de levensmiddelen niet
in aanraking komen met de verwar-
mingselementen.
■
Maak de laden niet te vol zodat de
hete lucht optimaal in de bakruimten
kan circuleren. Vul hem maximaal voor
1/3.
■
Zorg ervoor dat levensmiddelen die rijk
zijn aan olie en vet niet oververhit wor-
den. Ze zouden kunnen ontbranden.
■
Plaats de hete laden na gebruik altijd
op een hittebestendige ondergrond.
L
Het apparaat hoeft niet te worden
voorverwarmd.
1. Bereid de levensmiddelen voor het
bakken voor.
2. Zet de inzetroosters (5) in de laden (6).
De inzetroosters worden gestabili-
seerd door de met siliconen beklede
hoekjes.
L
Als het voedsel moet worden
gedroogd, raden wij aan eerst een
laag rechtstreeks op de bodem
van de lade te strooien, vervol-
gens het inzetrooster te plaatsen
en daar een tweede laag op te
leggen.
3. Doe de levensmiddelen per soort
gescheiden in de laden. Voor een
kleinere hoeveelheid van één soort
voedsel kan slechts één lade worden
gebruikt.
Het is ook mogelijk om een kleine
ovenschaal te gebruiken (niet inbe-
grepen).
4. Plaats de lade(n) in de bakruimte(n) (4).
5. Druk op de knop
ningsveld (2) te activeren.
De instelmodus voor bakzone 1 wordt
opgeroepen. (Druk op knop 2 (16) om
over te schakelen naar bakzone 2)
6. Kies een programma (17) en pas
eventueel de temperatuur en de
(9) om het bedie-
09.12.2022 10:53:37
09.12.2022 10:53:37