-
Druk op de openingshendel J en omvat de eenaderig, stroomvoerende lei-
ding van de BENNING CM 1-2, zoveel mogelijk in het midden van de tang.
-
Lees de gemeten waarde af in het display 1.
Zie fig. 4:
8.4 Weerstandsmeting
( BENNING CM 1-2)
-
Kies met de draaiknop 7 de gewenste instelling (
BENNING CM 1-2.
-
Het zwarte veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de COM-contactbus 9 van
de BENNING CM 1-2.
-
Het rode veiligheidsmeetsnoer inpluggen in de contactbus V en Ω 8 van de
BENNING CM 1-2.
-
Leg de meetpennen van de veiligheidsmeetsnoeren aan de meetpunten
van het circuit en lees de gemeten waarde af in het display 1 van de
BENNING CM 1-2.
-
Indien de gemeten weerstand tussen de COM-contactbus 9 en de bus
voor V en Ω 8 kleiner is dan dan 20 Ω, wordt in de BENNING CM 1-2 het
akoestisch signaal afgegeven.
Zie fig. 5:
9.
Onderhoud
De BENNING CM 1‑1/ 1‑2 mag nooit onder spanning staan als
het apparaat geopend wordt! Gevaarlijke spanning!
Werken aan een onder spanning staande BENNING CM 1-1/ 1-2 mag uitsluitend
gebeuren door elektrotechnische specialisten, die daarbij de nodige voor‑
zorgsmaatregelen dienen te treffen om ongevallen te voorkomen. Maak de
BENNING CM 1-1/ 1-2 dan ook spanningsvrij alvorens het apparaat te openen.
-
Ontkoppel eerst beide veiligheidsmeetsnoeren van het te meten object.
-
Ontkoppel
BENNING CM 1-1/ 1-2.
-
Zet de draaischakelaar 7 in de positie „Off".
9.1 Veiligheidsstelling van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING CM 1-1/ 1-2 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval
van:
-
zichtbare schade aan de behuizing.
-
meetfouten.
-
waarneembare gevolgen van langdurige opslag onder verkeerde omstan-
digheden.
-
waarneembare gevolgen van transportschade.
In deze gevallen direct de BENNING CM 1-1/ 1-2 uitschakelen en niet meer ge-
bruiken.
9.2 Reiniging
Reinig de behuizing aan de buitenzijde uitsluitend met een schone, droge doek
(speciale reinigingsdoeken uitgezonderd). Gebruik geen oplos- en/ of schuurmid-
delen om de BENNING CM 1-1/ 1-2 schoon te maken. Let er in het bijzonder op
dat het batterijvak en de batterijcontacten niet vervuilen door uitlopende batterijen.
Indien toch verontreiniging ontstaat door elektrolyt of zich zout afzet bij de batterijen
en/of in de behuizing, dit eveneens verwijderen met een droge, schone doek.
9.3 Het vervangen van de batterijen
Vóór het openen van de BENNING CM 1‑1/ 1‑2 moet het appa‑
raat spanningsvrij zijn! Gevaarlijke spanning!!
De BENNING CM 1-1 wordt gevoed door één ingebouwde 9 V batterij. De
BENNING CM 1-2 wordt gevoed door twee ingebouwde batterijen van 1,5 V
(micro). Als het batterijsymbool 3 op het display 1 verschijnt, moeten de bat-
terijen worden vervangen (zie afbeelding 6).
De batterijen worden als volgt verwisseld:
-
Ontkoppel
( BENNING CM 1-2).
-
Ontkoppel de veiligheidsmeetsnoeren van de BENNING CM 1-2.
-
Zet de draaischakelaar 7 in de positie „OFF".
-
Leg de BENNING CM 1-2 op de voorzijde en draai de schroef met de
sleufkop uit het deksel van het batterijvak.
05/ 2008
meten van wisselstroom.
en
doorgangstest
weerstandsmeting.
daarna
de
de
veiligheidsmeetsnoeren
BENNING CM 1‑1/ 1‑2
beide
veiligheidsmeetsnoeren
van
met
akoestisch
het
te
meten
signaal
) van de
van
de
circuit
55