BELANGRIJK: De aansluiting op het elektriciteitsnet moet
uitgevoerd worden door een bevoegd vakman en voldoen
aan de geldende voorschriften.
Een foute installatie kan schade aan personen, dieren en
zaken ten gevolge hebben waarvoor de fabrikant zich niet
aansprakelijk stelt.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
De aansluiting op het elektriciteitsnet moet uitgevoerd worden
door een vakman en voldoen aan de geldende veiligheids-
voorschriften;
het apparaat moet aangesloten worden op het elektriciteitsnet,
nadat men eerst heeft vastgesteld dat de netspanning over-
eenstemt met de voedingsspanning die op het typeplaatje is
vermeld en dat de elektrische voorziening de aansluitwaarde
van het toestel kan dragen;
de oven kan direkt op het elektriciteitsnet worden aangesloten
door een omnipolaire schakelaar tussen het apparaat en het
elektriciteitsnet te plaatsen. De schakelaar moet voorzien zijn
van een opening van minimaal 3 mm tussen de kontakten.
de voedingskabel mag niet in aanraking komen met hete
oppervlakken en moet zo geplaatst worden dat de temperatuur
nergens boven de 75°C komt;
het toestel moet zo worden geïnstalleerd dat het stopcontact of
de lijnschakelaar altijd bereikbaar zijn.
De kookplaat moet afzonderlijk worden gevoed; eventuele
apparaten in de buurt van de kookplaat moeten apart worden
gevoed.
– N.B. Gebruik geen adapters, verloopstekkers en meervou-
dige stekkerdozen omdat deze oververhitting en verbran-
dingen kunnen veroorzaken.
– Sluit het komfoor af van het elekticiteitsnet als het opper-
vlak van het komfoor gebarsten is.
Als de elektrische voorziening in uw woning aangepast moet wor-
den om het toestel te installeren of als de stekker niet in het stop-
contact past, laat de nodige werkzaamheden dan verrichten door
een bevoegd vakman.
Deze moet bovendien controleren of de doorsnede van de beka-
beling van het stopcontact groot genoeg is voor het vermogen dat
het toestel opneemt.
Fig. 6.2
KOMFOREN MET 4 ELEKTRISCHE ZONES
A
B
F
F
E
D
Alvorens reparaties aan de elektrische onderdelen van
het apparaat te verrichten, moet het apparaat worden
afgesloten van het elektriciteitsnet.
Het is verplicht het apparaat te aarden.
De fabrikant stelt zich niet aansprakelijk voor schade die
voortkomt uit het veronachtzamen van dit voorschrift.
DE VOEDINGSKABEL AANSLUITEN
Monteer de voedingskabel als volgt aan het komfoor:
Keer het komfoor om.
Draai de schroeven A los en verwijder het deksel B (afb. 6.2).
Plaats de stroombruggen C op de contacten D (afb. 6.3) in over-
eenstemming met het schema in afb. 6.4.
Open de kabelklem E (afb. 6.2).
Haal de voedingskabel – deze moet van een geschikt type zijn en
een geschikte doorsnede hebben (zie hieronder) – door de ope-
ning F in het deksel B en sluit de fasen en de aardedraad aan op
de bijbehorende contacten D, in overeenstemming met het sche-
ma in afb. 6.4.
Span de voedingskabel en zet hem vast met de kabelklem E.
Monteer het deksel B weer.
DOORSNEDE VAN DE VOEDINGSKABEL
type "H05V2V2-F" bestand tegen een temperatuur
van 90°C
230 VAC 50/60 Hz
400 VAC 3N 50/60 Hz
400 VAC 2N 50/60 Hz
1
2
D
C
Fig. 6.3
230 V
50/60 Hz
400 V 3N
1 2
3 4 5
1 2
PE
N
L
1
(L )
2
Fig. 6.4
2
3 x 2,50 mm
2
5 x 1,50 mm
2
4 x 2,50 mm
3
4
5
C
50/60 Hz
400 V 2N
3 4 5
1 2
3 4 5
PE
PE
PE
PE
N
L
L
L
N
L
1
2
3
50/60 Hz
L
1
2
123