DE BRANDERS CORRECT
PLAATSEN
Het is zeer belangrijk dat u de vlamver-
deler "F" en de kap "C" van de branders
goed op hun plaats teruggezet (afb. 3.1 -
3.2).
De brander kan niet goed werken als
deze onderdelen verkeerd geplaatst zijn.
Modellen met elektrische ontsteking. Zorg
ervoor dat de elektrode "S" (afb. 3.1)
steeds goed schoon is zodat de vonken
probleemloos weg kunnen springen.
Modellen met veiligheidsventiel. Zorg
ervoor dat de sonde "T" (Afb. 3.1) in de
buurt van elke brander goed schoon blijft,
zodat de veiligheidskleppen probleem-
loos kunnen werken.
Zowel de sonde als de ontsteker moe-
ten heel voorzichtig schoon worden
gemaakt.
Opmerking: De elektrische ontsteking
kan defect raken als deze wordt
gebruikt wanneer de branders zijn ver-
wijderd.
BRANDER MET DRIEDUBBE-
LE KRANS
De brander moet geplaatst worden zoals
in afb. 3.3 is aangegeven.
De ribben van de brander moeten in de
uitsparingen steken zoals is aangeduid
met de pijlen.
Als de brander goed geplaatst is kan hij
niet draaien (afb. 3.4).
Zet de kap A en de ring B op hun plaats
(afb. 3.4 - 3.5).
DE VISKOOKPLAAT CORRECT
PLAATSEN
De brander moet geplaatst worden zoals
in afb. 3.6 is aangegeven.
114
C
F
Afb. 3.1
A
Afb. 3.6
T
S
Afb. 3.2
Fig. 3.3
B
Afb. 3.4
Afb. 3.5