Télécharger Imprimer la page

Bosch MM 200 Manuel D'instructions page 13

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

2.6
Aanvullende toebehoren
Exacte informatie over geschikte toebehoren is opgenomen in de catalo-
gus of de internetpagina van de fabrikant.
• Voor gemengde en ongemengde cv-circuits en constant cv-circuit:
– cv-pomp; aansluiting op PC1/PC2
– Aanvoertemperatuursensor – systeem (optie); aansluiting op T0
– Temperatuurbewaking; aansluiting op MC1/MC2; onderbreekt bij
overschrijden van de grenstemperatuur de voedingsspanning op
aansluitklem 63 - PC1/PC2; indien er geen temperatuurbewaking
in het ongemengde cv-circuit of constant cv-circuit aanwezig is,
brug ( afb. 1 [2] aan het einde van het document) op MC1/
MC2 aansluiten.
• Bijkomend voor gemengde cv-circuits:
– Mengkraanmotor; aansluiting op VC1/VC2
– Aanvoertemperatuursensor in toegekend cv-circuit; aansluiting
op TC1/TC2
• Bijkomend voor een cv-circuit in combinatie met een warmtepomp
(verwarmen/koelen):
– Dauwpuntbewaking; aansluiting op MD1/MD2; zendt bij het be-
reiken van het dauwpunt een signaal aan de regeling, om con-
densvorming door verder afkoelen te voorkomen en stopt de
cv-pomp
• Bijkomend voor een constant cv-circuit:
– extern signaal voor warmtevraag; aansluiting op MD1/MD2
(alleen indien externe warmtevraag aan de bedieningseenheid is
vrijgegeven, wordt de pomp ingeschakeld)
– Mengermotor (optie); aansluiting op VC1/VC2
– Aanvoertemperatuursensor in toegekend cv-circuit (optie);
aansluiting op TC1/TC2
• Voor boilerlaadcircuit (bijvoorbeeld na evenwichtsfles):
– Boilerlaadpomp: aansluiting op PC1/PC2; brug ( afb. 1 [2] aan
het eind van het document) op MC1/MC2 aansluiten
– Circulatiepomp (optie); aansluiting op VC1/VC2 (aansluitklem
43/74: circulatiepomp fase/aansluitklem 44/75: niet bezet)
– Aanvoertemperatuursensor evenwichtsfles (optie: niet met alle
bedieningseenheden mogelijk); aansluiting op T0
– Boilertemperatuursensor; aansluiting op TC1/TC2.
Installatie van de aanvullende toebehoren
▶ Installeer de aanvullende toebehoren overeenkomstig de wettelijke
voorschriften en de meegeleverde handleidingen.
Wanneer in de meegeleverde handleiding van de dauwpuntbewaking of
de warmtepomp niets anders wordt voorgeschreven;
▶ Dauwpuntsensor zo dicht mogelijk bij de bufferboiler of op de koelste
positie in de installatie monteren.
▶ Maximaal 4 dauwpuntbewakingen parallel aan MD1/MD2 aansluiten.
MM 200 – 6721822492 (2020/06)
3
Installatie
GEVAAR:
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Voor de installatie van dit product: warmtebron en alle andere BUS-
deelnemers over alle polen losmaken van de netspanning.
▶ Voor de inbedrijfstelling: breng de afdekking aan ( afb. 21 aan het
einde van het document).
3.1
Installatie
▶ Installeer de module zoals aan het einde van het document weergege-
ven op een wand ( afb. 4 tot afb. 6), op een rail ( afb. 7) of in een
module.
▶ Verwijder de module van de rail ( afb. 8 aan einde document).
▶ Installeer een aanvoertemperatuursensor in het toegekende ge-
mengde cv-circuit.
3.2
Elektrische aansluiting
▶ Gebruik rekening houdend met de geldende voorschriften voor de
aansluiting minimaal elektrische kabel model H05 VV-....
Op een MM 200 zijn 2 codeerschakelaars aanwezig. De aansluitklem-
men met de identificatie xx1 behoren tot het cv-circuit, dat met de
codeerschakelaar I is ingesteld. De aansluitklemmen met de identificatie
xx2 behoren tot het cv-circuit, dat met de codeerschakelaar II is inge-
steld. Bijvoorbeeld:
▶ Wanneer codeerschakelaar I op positie 3 staat, modules en bestand-
delen in cv-circuit 3 op de aansluitklemmen PC1, ... aansluiten.
▶ Wanneer codeerschakelaar II op 10 staat, de modules en bestandde-
len van het tweede boilerlaadcircuit op de aansluitingen TW2, ... aan-
sluiten.
3.2.1
Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
▶ Gebruik bij verschillende geleiderdiameters een verdeeldoos voor de
aansluiting van de BUS-deelnemers.
▶ Schakel BUS-deelnemers [B] zoals aan het einde van het document
getoond via verdeeldoos [A] in ster ( afb. 20) of via BUS-deelne-
mers met 2 BUS-aansluitingen in serie ( afb. 23).
Wanneer de maximale totale lengte van de BUS-verbinding tussen alle
BUS-deelnemers wordt overschreden of in het BUS-systeem een ring-
structuur bestaat, is de inbedrijfstelling van de installatie niet mogelijk.
Installatie
13

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

7738110141