3
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
LET OP!
– Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd als de elek-
trische voeding is uitgeschakeld;
– De werkzaamheden voor de aansluiting mogen uitsluitend door
gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd;
– U moet op het spanningsnet een apparaat aansluiten dat zorgt voor volledige
loskoppeling van de automatisering van de netvoeding. De stroomonderbreker
moet een openingsafstand tussen de contacten hebben die volledige afkoppe-
ling mogelijk maakt bij de condities die zijn vastgelegd voor overspanningsca-
tegorie III, conform de installatieregels. Indien nodig garandeert deze inrichting
een snelle en veilige afsluiting van de elektrische voeding; daarom moet ze in
het zicht van de automatisering geplaatst worden. Als ze echter uit het zicht
staat, moet er een systeem zijn dat een eventuele, onbedoelde of ongeautori-
seerde heraansluiting van de voeding blokkeert, om gevaar te voorkomen. De
onderbrekingsinrichting wordt niet bij het product geleverd.
– Selectie van de voedingsspanning:
De besturingseenheid kan goed functioneren met drie- of eenfasige voeding
(zie de aansluitschema's) bij spanningen van 400V of 230V.
De standaardinstelling is een driefasenvoedingsspanning van 400V.
Om de eenfasige voeding van 230V te selecteren moet de aanwijzing in par.
3.2 worden opgevolgd.
3.1 - Aansluiting van de driefasenvoedingskabel
Raadpleeg voor de uitvoering van de elektrische aansluiting afb. 3.
Aan de klemmen L1, L2, L3 en aan de klem PE moet een eurostekker van 16A
worden verbonden.
3.2 - Aansluiting van de eenfasevoedingskabel
Raadpleeg voor de uitvoering van de elektrische aansluiting afb. 4.
Aan de klemmen L1, L3 en aan de klem PE moet een schukostekker worden
verbonden.
3.3 - Verandering van de voeding met een jumper
De voeding van de besturingseenheid kan ook worden veranderd met een
jumper, als volgt (afb. 5)
01. Verwijder het bovendeksel
02. Haal de jumper weg (standaardstand 3x400V) met een pincet
03. Plaats de jumper (1x230V)
04. Plaats het bovendeksel terug
3.4 - Beschrijving van de elektrische aansluitingen (afb. A):
voeding, beveiligingsmechanismen, besturing en acces-
soires
Op de ingangen 8, 9, 10, 11 kunnen besturingsinrichtingen worden aangeslo-
ten met NO-contacten (normally open), of NC-contacten (normally closed). Een
of meerdere van deze ingangen, of een combinatie hiervan, naast eventueel de
ingangen van STOP/HALT, kunnen dus gebruikt worden voor de aansluiting van
bijvoorbeeld een extern knoppenbord of een schakelaar met kabel verbonden
aan het plafond.
PUSH BUTTONS - ingang voor de aansluiting van het knoppenbord op het
deksel van de doos.
ENCODER - ingang voor de aansluiting van de bekabeling van de elektroni-
sche eindaanslag (encoder Nice). Niet bruikbaar in deze versie.
COMMON (8) - ingang van 24 Vdc die werkt als gemeenschappelijke ingang
voor OPEN, CLOSE en ING1 en positief voor de spanning voor de gebruikers.
OPEN (9) - ingang voor inrichtingen die de opening besturen; er kunnen ook
contacten van het type "normally open" op worden aangesloten.
CLOSE (10) - ingang voor inrichtingen die de sluiting besturen; er kunnen
ook contacten van het type "normally open" op worden aangesloten.
ING1-photo- (11) - ingang normally closed (NC) voor inrichtingen die de
automatiseringsbeweging besturen. Als u deze ingang correct programmeert
met de Nice programmeereenheid Oview, is het mogelijk de volgende wer-
kingswijzen te bereiken:
– Stap-voor-stap
– Open gedeeltelijk
– Openen
– Sluiten
– Foto (default)
– Foto 1
– Halt bij opening
– Halt bij sluiting
Voor instructies voor de programmering en de beschrijving van de beschikbare
functies dient u de functiekaarten van Oview voor DPRO500 te raadplegen.
ALT - ingang voor inrichtingen die de lopende beweging stoppen. Sluit con-
tacten aan van het type "normally closed".
SAFE - ingang voor de aansluiting van de thermische beveiliging van de
motor. LET OP! - Deze wordt alleen voor motoren met mechanische ein-
daanslagen gebruikt. Laat "niet aangesloten" bij motoren met elektronische
eindaanslag.
LIMIT SWITCH - ingang voor de aansluiting van de mechanische eindaan-
slagen.
(1) Gemeenschappelijk eindaanslag
(2) eindaanslag openen
(3) voor-eindaanslag sluiten
(4) eindaanslag sluiten
STOP - ingang voor de aansluiting van veiligheidsranden van het weerstand-
stype (8k2) ofwel optische (OSE), zoals als volgt beschreven (afb. 6):
OSE aansluiting:
- 5 Ò positief 12Vdc (+) (bruine draden)
- 6 Ò signaal (S) (groene draden)
- 7 Ò negatief GND (-) (witte draden)
Aansluiting 8k2:
- Sluit de aansluiting van 8,2 kΩ aan tussen het klemmetje 6 (signaal- S) en
7 (negatief - GND)
IBT4N - ingang voor de aansluiting van de programmeereenheid Oview, met
de speciale adapter IBT4N. LET OP - koppel de voeding los, voor u de pro-
grammeereenheid aansluit of loskoppelt.
ANTENNE
- ingang voor de aansluiting van de antenne voor de ra-
dio-ontvanger (N.B.: de antenne is ingebouwd in de knipperlichten van Nice
LUCY B, MBL, MLBT).
OUT (CONNECTOR VOOR NDA040) - connector voor aanvullende kaart
NDA040 die twee uitgangen toevoegt aan spanningsloze contacten. Deze
uitgangen kunnen goed worden geprogrammeerd met de programmeer-
eenheid Nice Oview. Voor instructies betreffende de programmering en de
beschrijving van de beschikbare functies moet u de handleiding raadplegen
van de aanvullende kaart NDA040.
MOTOR - uitgang voor de aansluiting van de driefasenmotor en van de een-
fasemotor.
Voor eenfasemotoren:
U - gemeenschappelijk
V - openen
W - sluiten
LINE - ingang voor de aansluiting van de elektrische voeding.
L1-L2-L3: DRIEFASIGE aansluiting
L1-L3: EENFASIGE aansluiting
PE - ingang voor de aardaansluiting voor de besturingseenheid en motoren.
BELANGRIJK!
Wij RADEN U AF om een willekeurig type inrich-
ting of een uitrusting die niet uitdrukkelijk in
deze instructiehandleiding wordt aangegeven,
aan te sluiten.
De fabrikant wijst iedere aansprakelijkheid af
voor eventuele schade die het gevolg is van een
oneigenlijk gebruik van de verschillende inrich-
tingen van het systeem, d.w.z. gebruik dat niet
in overeenstemming is met wat in deze instruc-
tiehandleiding wordt aangegeven.
Wend u tot de klantenservice van Nice voor
meer informatie.
3.5 - Elektrische aansluitingen van de besturingseenheid
LET OP! – Alle elektrische aansluitingen moeten worden uitgevoerd als
de elektrische netvoeding is uitgeschakeld.
Nadat de doos van de besturingseenheid is bevestigd en de openingen voor
de doorgang van de elektriciteitskabels zijn gemaakt (zie paragraaf 2.3), dienen
de elektrische aansluitingen als volgt te worden uitgevoerd:
01.
Verbind eerst de elektrische voedingskabel:
- voor de driefasige lijn, zie paragraaf 3.1 en afb. 3
- voor de eenfasige lijn, zie paragraaf 3.2 en afb. 4
02.
Sluit vervolgens de elektriciteitskabel afkomstig van de motor aan:
- Motor met mechanische eindaanslag (afb. 7)
03.
Sluit tenslotte de elektriciteitskabels van de verschillende inrichtingen
aan, aan de hand van de afb. A en paragraaf 3.3.
Opmerking – Om het aansluiten van de kabels te vergemakkelijken kunnen
de klemmen uit hun zittingen worden gehaald.
Nederlands – 5