•
Stop de machine, druk op de noodstopknop (fig. 8. ref. 2); schakel de parkeerrem in
m.b.v. het hiervoor bestemde pedaal (fig. 8, ref. 12);
•
verwijder de voorkap (fig. 2, ref. 4);
•
verwijder het deksel van de aansluitdoos (fig. 21, ref. 1);
• verwijder met het bij de machine geleverde pincet de doorgebrande zekeringen en
vervang ze door nieuwe zekeringen met hetzelfde amperage;
• sluit het deksel van de aansluitdoos;
• monteer weer de voorkap.
ZEKERIN
G
Hoofdzekering
FU1
Zekering zuigmotor
FU4
FU5
Zekering
bedieningen
Zekeringentabel: Zie voor de zekeringentabel, de catalogus van de reserveonderdelen.
Installeer nooit zekeringen met een hoger amperage dan voorzien.
Indien een zekering blijft doorbranden, moet het defect in de bedrading, de
kaarten (indien aanwezig) of in de motoren opgezocht en gerepareerd worden:
laat de machine door gekwalificeerd technisch personeel nakijken.Periodiek
onderhoud
9.2.5
Dagelijkse werkzaamheden
Voer elke dag, na het werk, de volgende handelingen uit:
•
Stop de machine, druk op de noodstopknop (fig. 8. ref. 2);
•
schakel de parkeerrem in m.b.v. het hiervoor bestemde pedaal (fig. 8, ref. 12);
•
ledig de vuilwatertank en reinig hem eventueel;
•
reinig de strippen van het zuigrubber en controleer ze op slijtage; vervang ze indien
nodig.
•
controleer of de zuigopening van het zuigrubber niet verstopt is en verwijder eventueel
aangekoekt vuil;
•
laad de batterijen op volgens de eerder beschreven procedure.
9.2.6
Wekelijkse werkzaamheden
• Reinig de vlotterstang van de vuilwatertank en controleer of hij correct werkt;
• reinig het luchtfilter van zuigunit en controleer of het in intacte toestand verkeert
(vervang het indien nodig);
•
reinig het filter van de reinigingsoplossing geplaatst op de voorste opening van de
schoonwatertank (fig. 2, ref. 3) en controleer of het in intacte toestand verkeert
(vervang het indien nodig);
• reinig de zuigslang;
• reinig de vuilwatertank en de schoonwatertank;
• controleer het elektrolytpeil in de batterijen en vul indien nodig met gedestilleerd water
bij.
9.3.3 Korffilter: reiniging
•
Haak de vuilwatertank (fig. 2, ref. 2) van de schoonwatertank los (fig. 2, ref. 3), door
aan de grendelhaak (fig. 7, rif. 1) aan de voorkant van de machine te trekken.
• Til de vuilwatertank op en laat hem circa 90° acht eruit draaien;
• Verwijder het korffilter dat in de voorste zone van de machine is gesitueerd.
BESCHRIJVING
bescherming
ATTENTIE
ZEKERIN
G
Schakelzekering
FU6
elektronische controle borstels
Schakelzekering
FU7
gelbatterijen
FU8
Schakelzekering
magneetklep
BESCHRIJVING
voor
voor
controle
voor
niet-