Gelbatterijen:
Gebruik uitsluitend een batterijlader die specifiek voor gelbatterijen is bestemd.
•
sluit de connector van de batterijlader op die van de batterijbedrading aan (fig. 17 ref.
1);
• laad op overeenkomstig hetgeen in de handleiding van de batterijlader is vermeld;
• maak na het opladen de connectoren los.
Onderhoud dat de elektrische installatie betreft, en alles dat niet uitdrukkelijk in
deze handleiding is beschreven, mag uitsluitend verricht worden door
gespecialiseerd technisch personeel, conform de geldende
veiligheidsvoorschriften en hetgeen bepaald in de handleiding voor het onderhoud.
9.1
Onderhoud – Algemene regels
Regelmatig onderhoud uitvoeren, volgens de aanwijzingen verschaft door de fabrikant,
garandeert een beter rendement en een langere levensduur van de machine.
9.2
Gewoon onderhoud
9.2.1 Voorzorgen
Neem, voor de reiniging van de machine, de volgende regels in acht:
•
vermijd het gebruik van hogedrukreinigers: deze kunnen intreden van water in de
elektrische ruimte of de motoren veroorzaken, met beschadiging of risico van
kortsluiting als gevolg;
• gebruik geen stoom om vervorming van de plastic onderdelen door de hoge
temperatuur te voorkomen;
•
gebruik geen koolwaterstoffen of oplosmiddelen: de ombouw en de rubberen delen
zouden hierdoor beschadigd kunnen raken.
Gebruik geen water op de motoren en de elektrische onderdelen.
9.2.2
Luchtfilter zuigunit en vlotterstang: reiniging
•
Stop de machine, druk op de noodstopknop (fig. 8. ref. 2); schakel de parkeerrem in
m.b.v. het hiervoor bestemde pedaal (fig. 8, ref. 12);
•
draai de dop los (fig. 18, ref. 1) van de vuilwatertank (fig. 18, ref. 4);
•
controleer of de vuilwatertank (fig. 18, ref. 4) leeg is;
•
verwijder uit de vlottersteun (fig. 18, ref. 3), die zich in het bovenste inwendige
gedeelte van de vuilwatertank bevindt, het luchtfilter (fig. 18, ref. 2) van de zuigunit;
• reinig het filter onder stromend water of met het reinigingsmiddel dat voor de machine
wordt gebruikt;
•
breng het filter, na het goed gedroogd te hebben, weer in de steun aan. Controleer of
het filter correct in zijn zitting is geplaatst;
•
controleer of de stang van de vlotter (fig. 18, ref. 5) die ook aan de steun ref. 3 van fig.
18, is bevestigd, vrij kan bewegen; reinig de stang indien nodig;
• schroef de dop weer op de vuilwatertank.
ATTENTIE
9.
INSTRUCTIES VOOR HET ONDERHOUD
! GEVAAR
i INFORMATIE