Voer het water af terwijl de machine van de stroomvoorziening is afgekoppeld.
De afvoerbuis van de vuilwatertank bevindt zich aan de linker onderkant van de machine.
Om de tank te ledigen:
• breng de machine in de buurt van een afvoerputje;
•
Stop de machine, druk op de noodstopknop (fig. 8. ref. 2); schakel de parkeerrem in
m.b.v. het hiervoor bestemde pedaal (fig. 8, ref. 12);
•
verwijder de dop (fig. 15, ref. 1) van de vuilwatertank (fig. 15, ref. 5);
•
maak de afvoerslang uit zijn zitting (fig. 15, ref. 2) los, door hem ter hoogte van de
bevestigingsveer vast te pakken (fig. 15, ref. 3) en er in horizontale richting aan te
trekken;
•
terwijl het uiteinde van de slang zo hoog mogelijk wordt vastgehouden, verwijder de dop
(fig. 15, ref. 4) uit de slang door hem los te draaien;
• laat het uiteinde van de slang geleidelijk zakken en controleer de sterkte van de stroom
t.a.v. de hoogte ten opzichte van de grond;
•
controleer of er vuil in de vuilwatertank is achtergebleven en reinig de tank eventueel
van binnen. Om de reiniging en de complete afvoer te vereenvoudigen, wordt
geadviseerd om de vuilwatertank van de schoonwatertank los te maken en op te tillen;
• zodra de tank is geleegd, hem weer omlaag brengen (indien opgeheven) en aan de
schoonwatertank koppelen;
•
breng de dop (fig. 15, ref. 1) op de vuilwatertank aan en controleer of hij perfect
gesloten is;
•
sluit met de dop (fig. 15, ref. 4) de afvoerslang af (fig. 15, ref. 2) door de dop vast te
schroeven. Controleer of de slang perfect gesloten is en breng hem weer in zijn zitting
aan.
Verwijder tijdens het reinigen van de vuilwatertank nooit het zuigfilter (fig. 18, ref.
2) uit zijn zitting en richt de waterstraal nooit op dit filter.
Nu kan men weer doorgaan met schrobben en zuigen.
6.10
Afvoer schoon water
Gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen die geschikt zijn voor de uit te
Voer het water af terwijl de machine van de stroomvoorziening is afgekoppeld.
Om de tank te ledigen:
• breng de machine in de buurt van een afvoerputje;
•
Stop de machine, druk op de noodstopknop (fig. 8. ref. 2); schakel de parkeerrem in
m.b.v. het hiervoor bestemde pedaal (fig. 8, ref. 12);
•
maak de afvoerslang uit zijn zitting (fig. 16, ref. 1) los, door hem ter hoogte van de
bevestigingsveer vast te pakken (fig. 16, ref. 2) en er in horizontale richting aan te
trekken;
•
terwijl het uiteinde van de slang zo hoog mogelijk wordt vastgehouden, verwijder de
dop (fig. 16, ref. 3) door hem los te draaien;
• laat het uiteinde van de slang geleidelijk zakken en controleer de sterkte van de
stroom t.a.v. de hoogte ten opzichte van de grond;
•
breng, zodra de inhoud van de schoonwatertank is afgevoerd, de dop weer aan (fig.
16, ref. 3) op de afvoerslang door hem vast te schroeven. Controleer of de slang
perfect gesloten is en breng hem weer in zijn zitting aan.
ATTENTIE
! GEVAAR
voeren werkzaamheden.