15. TOEBEHOREN
15.1
KIT VOOR "MULCHING"
Versnippert het gemaaide gras en laat het
achter op het terrein (afb. 58.A1; afb. 58.A2).
15.2 BATTERIJ-OPLADERVOORBEHOUD
Laat toe de accu efficiënt te houden
tijdens de periodes van inactiviteit van de
machine, waarbij een optimaal laadniveau
en een langere duurzaamheid van de
accu gegarandeerd wordt (afb. 58.B).
15.3 TREKSET
Om een kleine aanhangwagen
te trekken (afb. 58.C)
15.4 AFDEKZEIL
Beschermt de machine van stof als
deze niet gebruikt wordt (afb. 58.D)
15.5 SET GEWICHTEN ACHTERAAN
Verbeteren de stabiliteit achteraan van de
machine, vooral bij gebruik overwegend
op hellende terreinen (afb. 58.E).
15.6 KIT ACHTERSTE
AFLAATBEVEILIGING
Te gebruiken in plaats van de opvangzak, wanneer
het gras niet wordt opgevangen (afb. 58.F).
(enkel voor modellen met aflaat achteraan)
15.7 SNEEUWKETTINGEN 18'', 20''
Verbeteren de grip van de achterwielen op
besneeuwde wegen, en staan het gebruik
van sneeuwruimers toe (afb. 58.G).
15.8 SNEEUW/MODDER WIELEN 18'', 20''
Verbeteren de grip op sneeuw en modder (afb. 58.H).
15.9 AANHANGER
Voor het transport van gereedschappen
of andere voorwerpen, binnen de
toegestane laadlimieten (afb. 58.I).
15.10 VERSPREIDER
Om zout of meststoffen te strooien (afb. 58.J).
15.11 VERSPREIDER
Om zand of kiezel te verspreiden (afb. 58.K).
15.12 ROL VOOR GRAS
Om het terrein te verdichten na het zaaien
of het grasveld vlak te maken (afb. 58.L).
15.13 SNEEUWRUIMER MET
SNEEUWSCHUIF
Voor het zijdelings ophopen of ruimen
van verwijderde sneeuw (afb. 58.M).
15.14 FRONTALE VEGER
Om bladeren en vuil te verwijderen van paden
en vaste ondergronden, voor het verwijderen
van dunne lagen verse sneeuw (afb. 58.N).
15.15 HAKSELAAR
Voor het maaien en versnipperen van
overwoekerd gras (afb. 58.O).
15.16 OPVANGER VOOR
BLADEREN EN GRAS
Voor het verzamelen van bladeren en
gras op grasvelden (afb. 58.P).
15.17 FRONTALE HARK
Om gras en takjes te verzamelen (afb. 58.Q).
15.18 LIFT-INTERFACE
Voor de montage van bijkomende
frontale accessoires waarvoor geen
aftakas noodzakelijk is (afb. 58.R1).
15.19 AFTAKAS(PTO)
Om het vermogen over te brengen van
de motor naar het bediende accessoire.
Lift-interface vereist (afb. 58.R2).
15.20 AFTAKAS(PTO)
Om het vermogen over te brengen van
de motor naar het bediende accessoire.
Geen lift-interface vereist (afb. 58.R3).
NL - 33