8. TOEBEHOREN
8.1 KIT ACHTERSTE
AFLAATBEVEILIGING (Afb. 8.1 n. 33)
Kan in plaats van de opvangzak gebruikt
worden als het gras niet opgevangen wordt.
8.2 KIT TRACTIE (Afb. 8.1 n. 34)
Voor het voorttrekken van een kleine aan-
hanger.
8.3 AFDEKZEIL (Afb. 8.1 n. 35)
Beschermt de machine van stof als deze niet
gebruikt wordt.
8.4 BATTERIJ-OPLADER VOOR BEHOUD
(Afb. 8.1 n. 36)
Laat toe de accu efficiënt te houden tijdens
de periodes van inactiviteit van de machine,
waarbij een optimaal laadniveau en een lan-
gere duurzaamheid van de accu gegarandeerd
wordt.
8.5 KIT VOOR "MULCHING"
(Afb. 8.1 n. 37)
Versnippert het pas gemaaide gras en laat het
achter op het terrein, als alternatief voor het op-
vangen in de opvangzak.
8.6 SNEEUWKETTINGEN 18"
(Afb. 8.1 n. 38)
Verbeteren de wegvastheid van de achterste
wielen op besneeuwde wegen en staan het ge-
bruik van sneeuwruimnde werktuigen toe.
8.7 AANHANGWAGEN (Afb. 8.1 n. 39)
Voor het transport van werktuigen of andere
voorwerpen, binnen de limieten van de toege-
stane ladingen.
8.8 VERSPREIDER (Afb. 8.1 n. 40)
Om zout of meststof te verspreiden.
8.9 GRASROL (Afb. 8.1 n. 41)
Om het terrein aan te duwen na het zaaien of
platdrukken van het gras.
8.10 SNEEUWSCHUIVER (Afb. 8.1 n. 42)
Voor het wegschuiven van de sneeuw en het
zijdelings ophopen ervan.
8.11
MODDERWIELEN/SNEEUWWIELEN
(Afb. 8.1 n. 43)
De sneeuwwielen zijn ontworpen en vervaar-
digd om de aandrijfprestaties op sneeuw en
modder te verbeteren.
8.12 FRONTALE VEEGMACHINE
(Afb. 8.1 n. 44)
Voor de reiniging van laantjes en solide opper-
vlaktes van bladeren en vuil en voor het verwij-
deren van dunne lagen verse sneeuw.
8.13 HEFINTERFACE (Afb. 8.1 n. 45)
Staat toe bijkomende frontale toebehoren te
monteren die geen krachtafnemer vereisen.
8.14 KRACHTAFNEMER (PTO)
(Afb. 8.1 n. 46)
Staat toe het vermogen van de motor over te
brengen naar het gecontroleerde toebehoren.
Vereist de aanwezigheid van het hefinterfac.
21