3.2 Vrijstaande opstelling/inbouw boven de vloer
Plaats van de afvoerpunten beneden de openbare riolering
3. Inbouw
55
Voordat de installatie wordt opgesteld,
moeten de volgende montagewerk-
zaamheden worden verricht:
1. Platte afdichting (8) over het draadge-
deelte van de pompaansluiting (6) schui-
ven.
2. Rubberen nippel (9) in het draadonder-
deel steken.
3. Gecompleteerd draadonderdeel van bin-
nen door aanwezige uitsparing schuiven.
4. Zeskante moer (7) op pompaansluiting
(6) schroeven.
5. Pomp op geleideribben onderaan het ba-
siselement (1) zetten. Pomp in de gelei-
ding naar de pompaansluiting schuiven,
hierbij aansluitstuk (4) in rubberen nippel
(9) inbrengen en fixeren met sluiting (5).
ATTENTIE: de kabel dient zodanig
te worden uitgelijnd dat de vlotter-
6. Indien nodig toevoeren aan de zijkant
functie niet wordt geschaad.
voor afvalwaterleidingen aanbrengen.
Deze mogen de vlotterfunctie niet scha-
den!