KETEL
Ogenblikkelijk met drukgestuurde
klep en debietmeter
Ogenblikkelijk met drukgest. klep,
debietmeter en zonnefunctie
25/55 - 30/55
Alleen verwarming vers. T
Ogenblikkelijk met omleidklep
en debietmeter
Ogenblikkelijk met omleidklep,
debietmeter en zonnefunctie
Boiler met dubbele pomp
en boilervoeler
(LAGE INERTIE)
Boiler met dubbele pomp
en boilerthermostaat of
alleen verwarming vers. T
(LAGE INERTIE)
Alleen verwarming vers. T
en antivriesvoeler
(LAGE INERTIE)
NOTA: Aan de binnenkant van het boven-
ste luik van het paneel van de ketel, is een
etiket aangebracht dat de waarden van
PAR 1 en PAR 2 die ingegeven moeten
worden, aangeeft (Afb. 19).
3.3.2
Waarschuwing
Wanneer de ketel werkt maar niet optimaal
presteert en er geen enkel alarm actief is,
drukt men op de toets
tot info 70 ver-
schijnt en de waarschuwingscode met
betrekking tot het de storing die zich voordoet.
Wanneer de optimale werking weer is her-
steld, verschijnt in de info 70 de weergave "- -".
Hierna volgt de tabel met de codes die in
waarschuwing kunnen worden weergegeven:
CODE
BESCHRIJVING
E0
Werking bij beperking van
∆
het vermogen (
t tussen aanvoer
en terugkeer groter dan 40°C)
E1
Externe sonde in kortsluiting (SE)
E2
Functie voorverwarming actief
E3
TBD
E4
TBD
E5
TBD
E6
TBD
E7
TBD
E8
TBD
E9
TBD
PAR 2
1
UITBREIDINGSKAART
2
PAR BESCHRIJVING
40
Aantal uitbreidingskaarten
3
41
Tijd slag klep mix
42
Prioriteit warm water op gemengde zone 0 = Parallel
4
43
Droging betonn
5
44
Type zonne-installatie
6
∆
45
t pomp zonnecollector 1
46
Vertraging zonne-integratie
47
Tmin zonnecollector
48
Tmax zonnecollector
7
RESET
PAR BESCHRIJVING
8
49 * Reset parameters op standaardwaarde
(PAR 01 - PAR 02 = "--")
* Indien de instelling stroom moeilijk te begrijpen is of in geval van afwijkend of onbegrijpelijk gedrag
van de ketel, is het aanbevolen om de initiële waarden van de parameters terug te zetten door de
9
PAR 49 = 1 in te stellen en de PAR 1 en PAR 2 zoals bepaald onder punt 3.3.1.
INSTELLING PARAMETERS VOOR CASCADE-AANSLUITING
Bij installatie van het toestel in een cascade-opstelling (modulair
systeem met meerdere warmtegenerators) moet de volgende
parameter INST ingesteld worden op alle aangesloten ketels:
PAR 15 =
Indien er meer dan twee ketels aangesloten zijn in een cascade,
dan moet men tevens de parameter OEM A1 van de MASTER
ketel configureren.
Druk gelijktijdig gedurende 2 seconden op de toetsen (
voor toegang tot de OEM parameters. Eens men toegang heeft
tot het INST-niveau moet men gelijktijdig de toetsen (
voor nogmaals 2 seconden indrukken.
Voer nu de toegangscode in die bestaat uit de volgende sequentie
TOETSEN VOOR DE INSTALLATEUR:
" + / - / < / > / < ".
Stel de parameter in:
PAR A1 =
PARAMETERS INSTALLATEUR
BEREIK
0 ... 3
0 ... 199
1 = Absoluut
0 = Uitgeschakeld
1 = Curve A
2 = Curve B
3 = Curve A+B
1 ... 8
PAR 74 OEM - 1... 50
"--", 0 ... 199
"--", -30 ... 0
"--", 80 ... 199
BEREIK
-- , 1
0 voor de eerste ketel (MASTER)
1 .... 7 voor de volgende ketels (SLAVE)
(Benoem de SLAVE ketels niet met een identiek
nummer)
Aantal warmtegenerators van de cascade (3 ... 8)
MEETEENHEID
STAP
STAND
AARDINSTELLING
=
1
0
10 sec.
1
12
=
=
1
=
=
0
=
1
1
°C
1
8
Min.
1
0
°C
1
- 10
°C
1
120
MEETEENHEID
STAP
STAND
AARDINSTELLING
=
=
=
en
)
en
)
FR
NL
69