TEMPERATUURREGELING
VAN HET VERWARMINGSWATER (Afb. 25)
Druk op de bedieningstoets
de gewenste temperatuur van het verwar-
mingswater in te stellen.
Met de eerste druk op de toets wordt de
SET van het verwarmingscircuit 1 geselec-
teerd. Met de tweede druk op de toets
wordt de SET van het verwarmingscircuit 2
geselecteerd. Met de derde druk op de
toets wordt de SET van het verwarming-
scircuit 3 geselecteerd. Het display ziet
eruit zoals op de afbeelding.
Wijzig de waarden met de toetsen
en
.
De standaard weergave keert terug zodra
op de toets
wordt gedrukt of door gedu-
rende 10 seconden op geen enkele toets te
drukken.
Instelling met aangesloten buitenvoeler
(Afb. 25/a)
Als er een buitenvoeler aangesloten is,
wordt de waarde van de aanvoertempera-
tuur automatisch door het systeem geko-
zen, zodat de omgevingstemperatuur snel in
functie van de veranderingen van de buiten-
temperatuur worden aangepast.
Als u de temperatuurwaarde ten opzichte
van de door de elektronische kaart automa-
tisch berekende waarde wilt verhogen of
verlagen, dient u te werk te gaan zoals in de
vorige paragraaf is beschreven. Het niveau
van verschillende correctie van berekende
een waarde van evenredige temperatuur.
Het display ziet eruit zoals op afbeelding
25/a is weergegeven.
TEMPERATUURREGELING
VAN HET WARME WATER (Afb. 26)
Druk op de bedieningstoets
de gewenste temperatuur van het warme
water in te stellen. Het display ziet eruit
zoals op de afbeelding.
Wijzig de waarden met de toetsen
. De standaard weergave keert terug
zodra op de toets
wordt gedrukt of
door gedurende 10 seconden op geen
enkele toets te drukken.
UITSCHAKELEN KETEL (Afb. 24)
Druk bij korte afwezigheden op de bedie-
ningstoets
(pos. 2).
Het display ziet eruit zoals op de afbeelding
24. Op deze wijze worden de stroom- en
brandstoftoevoer actief gelaten, waardoor
de ketel beschermd wordt door de anti-
vries- en antiblokkeersystemen van de
pomp. Als de ketel voor een lange periode
niet wordt gebruikt, is het raadzaam om de
stroomtoevoer af te sluiten met de hoofd-
schakelaar van de installatie, om de gaskra-
nen dicht te draaien en, bij lage temperatu-
ren, om het hydraulische systeem leeg te
maken om een breuk van de leidingen door
bevriezing van het water te voorkomen.
80
(pos. 2) om
(pos. 2) om
en
2
2
Circuito
riscaldamento 2
Verwarmingscircuit 2
Circuito
riscaldamento 3
Verwarmingscircuit 3
(impianto tre
(installatie met 3
zone)
zones)
Afb. 25
Afb. 25/a
Afb. 26