– ANOMALIE SONDE TOEVOER CASCA-
DE "ALL 31" (Afb. 23/24)
Wanneer de sonde toevoerleiding casca-
de (SMC) "open staat" of is kortgesloten,
verschijnt op het display anomalie ALL
31. Tijdens deze anomalie zal de ketel de
normale werking verderzetten.
– ANOMALIE CONFIGURATIE INSTALLA-
TIE MET DRIE ZONES "ALL 32" (Afb.
23/25)
Wanneer er onvoldoende RS-485 kaar-
ten zijn en/of minstens één kaart niet
een ZONA MIX kaart is, valt de ketel stil
en verschijnt op het display anomalie ALL
32. De ketel start terug op wanneer de
correcte configuratie werd hersteld voor
installaties met 3 zones.
– ANOMALIE COMMUNICATIE RS-485
KAART IN MODBUS "ALL 33" (Afb.
23/26)
Wanneer de PAR 16 niet correct is inge-
steld op "- -" en er geen communicatie is
tussen de kaart van de ketel en de RS-
485 kaart in de MODBUS-modaliteit
gedurende minstens vier minuten, dan
valt de ketel stil en verschijnt op het
display anomalie ALL 33. De ketel start
terug op wanneer de communicatie
wordt hersteld of de PAR 16 = "- -"
wordt ingesteld.
– ANOMALIE COMMUNICATIE RS-485
KAART IN CASCADE "ALL 34" (Afb.
23/27)
Wanneer de PAR 15 niet correct is inge-
steld op "- -" en er geen communicatie is
tussen de kaart van de ketel en de RS-
78
485 kaart in de CASCADE-modaliteit,
dan valt de ketel stil en verschijnt op het
display anomalie ALL 34. De ketel start
terug op wanneer de communicatie
wordt hersteld of de PAR 15 = "- -"
wordt ingesteld".
Afb. 23/23
– ANOMALIE COMMUNICATIE RS-485
EN RS-485 "KAART ALL 35" (Afb.
23/28)
Wanneer de PAR 15 niet correct is inge-
steld op "- -" en er geen communicatie is
tussen de kaart van de ketel en de RS-
485 kaart in de CASCADE-modaliteit,
Afb. 23/24
dan valt de ketel stil en verschijnt op het
display anomalie ALL 34. De ketel start
terug op wanneer de communicatie
wordt hersteld of de PAR 15 = "- -"
wordt ingesteld.
– ANOMALIE EXTERNE SONDE "
KNIPPERT" (Afb. 23/29)
Wanneer de externe temperatuursonde
(SE) is kortgesloten, knippert op het
display het symbool
Afb. 23/25
anomalie zal de ke t el de nor male
werking verderzetten.
OPGELET: Bij aansluiting in een cascade-
opstelling verschijnen op het display van
de afstandsbediening CR 73 de volgende
alarmcodes 70 en 71:
- ALARM 70
Indien een anomalie optreedt die de
werking van de cascade blokkeert
(sonde toevoerleiding cascade ALL 31),
ver schijnt op he t display van de
Afb. 23/26
afstandsbediening CR 73 het alarm
70. Controleer de anomalie op de
cascade.
- ALARM 71
Indien een anomalie optreedt op één
van de modules en de andere modules
blijven verderwerken in de mate dit
mogelijk is, verschijnt op het display
van de afstandsbediening CR 73 het
alarm 71. Controleer de anomalie op de
cascade.
Afb. 23/27
Afb. 23/28
. Tijdens deze
Afb. 23/29