Gebruik En Onderhoud - Sime MURELLE HM Serie Mode D'emploi

4

GEBRUIK EN ONDERHOUD

4. 1 GASKLEP (Afb. 16)
De ketels worden standaard gefabriceerd
met een gasklep model SIT 848 SIGMA
(Afb. 16).
4.2 GASINSTELLINGEN
4.2. 1 Configuratie toevoerbrandstof
Druk tegelijkertijd gedurende 5 seconden
op de toetsen en om naar de para-
meters voor de installateur te gaan (3 Afb.
12).
De parameters komen voorbij rollen met de
toetsen en . Op het display van het
paneel wordt de parameter PAR 1 weerge-
geven.
Als de ketel in kwestie bijvoorbeeld een "25"
op vloeibaar gas (G31) is, moet de SET 9
met de toetsen en .
Na 10 seconden keert automatisch de
standaard weergave terug.
In de onderstaande tabel zijn de voor alle
uitvoeringen in te stellen SETs aangegeven,
afhankelijk van het type toevoergas.
TYPE GAS MODEL
AARDGAS 25 - 25 T
(G20/G25) 30
35 - 35 T
VLOEIBAAR 25 - 25 T
GAS 30
(G31) 35 - 35 T
4.2.2 Drukinstelling
van de gasklep
Controleer de CO2-waarden met een ver-
brandingsanalysator.
Volgorde van de werkzaamheden:
1) Druk enkele seconden op de knop
2) Druk enkele seconden op de knop
3) Zoek de hieronder weergegeven CO2-
waarden bij max. vermogen met behulp
van de regelschuif (5 Afb. 16):
CO MAX vermogen
2 -
G20 G25
9,3 ±0,3 9,3 ±0,3
72
4
3
2
1
4) Druk enkele seconden op de knop
PAR 1
5) Zoek de hieronder weergegeven CO2-
waarden bij min. vermogen met behulp
1
2
van de stelschroef OFF-SET (6 Afb. 16):
3
CO MIN vermogen (30-35-35 T)
2 -
G20
8,4 ±0,3
9
CO MIN vermogen (25-25 T)
2 -
10
G20
11
8,9 ±0,3
6) Druk meerdere malen op de toetsen
en
troleren; voer zo nodig de benodigde cor-
recties uit.
7) Druk opnieuw op de toets
functie af te sluiten.
4.4 REINIGING EN
ONDERHOUD (Afb. 19)
.
Het geprogrammeerde onderhoud van de
.
ketel moet elk jaar door een erkende vak-
man uitgevoerd worden.
Tijdens deze onderhoudsbeurt dient de
deskundige monteur te controleren of de
wateropvangsifon gevuld is met water
(dit dient vooral te worden gecontroleerd
G31
als het toestel een lange tijd niet is
10,2 ±0,3
.
G25 G31
8,4 ±0,3 10,0 ±0,3
G25 G31
8,9 ±0,3 10,0 ±0,3
om de drukwaarden te con-
om de
5
6
LEGENDE
1 Voorliggende drukaansluiting
2 Tussenliggende drukaansluiting
3 Ingang luchtsignaal (VENT)
4 Naliggende drukaansluiting
5 Regelschuif
6 OFF-SET
gebruikt). Vul eventueel water bij via de
vulopening (afb. 19).
Afb. 16
Afb. 19