Software-Diagnosefunctie - Riello RL 190 Instructions Pour Installation, Utilisation Et Entretien

9.9

Software-diagnosefunctie

Voor de algemene gegevens van de brander door middel van een optische verbinding met een PC, waarbij hij de werkuren, het aantal
en de types vergrendelingen, het serienummer van het branderapparaat, enz. weergeeft.
Om de diagnosefunctie te visualiseren als volgt te werk gaan:
– Houd de knop langer dan 3 seconden lang ingedrukt nadat de rode led ononderbroken is gaan branden (brander vergrendeld).
Het einde van de handeling wordt aangegeven door een gele knippering.
Laat de knop 1 seconde lang los en druk hem dan weer langer dan 3 seconden in totdat er weer een gele knippering te zien is.
Bij het loslaten van de knop knippert de rode led onderbroken met hoge frequentie: slechts dan kan de optische verbinding aange-
bracht worden.
Na de handeling voltooid te hebben moet de beginsituatie van het branderapparaat weer hersteld worden door de boven beschreven
ontgrendelingsprocedure te gebruiken.
Druk op de knop
Van 1 tot 3 seconden
Langer dan 3 seconden
Langer dan 3 seconden vanaf
de visuele diagnose
De volgorde van de door het branderapparaat voortgebrachte pulsen geeft de mogelijke soorten storingen aan die in de tabel op
Pag. 23 worden weergegeven.
SIGNAAL PROBLEEM
Geen enkele knippering De brander start niet
2 maal knipperen Na de voorventilatie en
de beveiligingstijd gaat
de brander in veiligheid
nadat de beveiligingstijd
afgelopen is
4 knippereni De brander start en valt
vervolgens stil
Onderhoud
Staat branderapparaat
Ontgrendeling van het branderapparaat zonder weergave van de visuele diag-
nose.
Visuele diagnose van de staat van vergrendeling:
(knippering led met onderbreking van 1 seconde).
Software diagnose door middel van optische interface en PC
(mogelijkheid de werkuren, de afwijkingen e.d. weer te geven)
WAARSCHIJNLIJKE OORZAAK
1 - Geen stroom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Schakelaars afsluiten - Zekeringen controleren
2 - De afstandbesturing voor begrenzing TL staat open . . . Afstellen of vervangen
3 - De afstandbesturing voor beveiliging TS staat open . . . Afstellen of vervangen
4 - Branderapparaat gaat in veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . Branderapparaat ontgrendelen, tenminste 10s na de
5 - Pomp geblokkeerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen
6 - Slechte elektrische verbindingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Controleren
7 - Elektrische apparatuur defect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen
8 - Elektrische motor defect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen
9 - Geen brandstof in tank of water op de bodem . . . . . . . . Tank vullen of water afzuigen
10 - Onjuiste afstelling spuitstuk en luchtventiel . . . . . . . . . . Stel ze af, zie Pag. 13 en Pag. 17
11 - Elektroventiel stookolie opent niet . . . . . . . . . . . . . . . . .
(1ste stadium of veiligheid)
12 - Verstuiver 1ste stadium verstopt, vuil of vervormd . . . . . Vervangen
13 - Vuile of slecht afgestelde ontstekingselektrode . . . . . . . Afstellen of reinigen
14 - Elektrode aan de aarding tengevolge van isolatiebreuk . Vervangen
15 - Hoogspanningskabel defect of aan aarding . . . . . . . . . . Vervangen
16 - Hoogspanningskabel vervormd door hoge temperaturen Vervangen en afschermen
17 - Ontstekingstransformator defect. . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen
18 - Slechte elektrische verbindingen van de ventielen . . . .
of transformator
19 - Elektrische apparatuur defect . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen
20 - Afgelopen pomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aanzuigen, zie "Pomp die afloopt"
21 - Koppeling motor-pomp stuk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen
22 - aanzuigleiding pomp aangesloten op terugloopleiding . . Aansluiting aanpassen
23 - Handafsluiter voor de pomp gesloten . . . . . . . . . . . . . . . Openen
24 - Vuile filters (op de voedingslijn, in de pomp, aan de . . .
verstuiver)
25 - Vlambeveilinging of branderapparaat defect . . . . . . . . . Vervangen vlambeveilinging of apparatuur vervan-
26 - Vlambeveilinging vuil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Reinigen
27 - 1ste stadium van de vijzel defect . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vijzel vervangen
28 - Vergrendelde motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Thermisch relais ontgrendelen
29 - Bedieningsschakelaar motor defect . . . . . . . . . . . . . . . . Vervangen
30 - Tweefasige elektrische voeding, het thermische . . . . . .
relais grijpt in
31 - Draairichting motor verkeerd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Elektrische verbindingen van de motor omwisselen
32 - Kortsluiting vlambeveilinging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Vlambeveilinging vervangen
33 - Uitwendige belichting of vlamsimulatie . . . . . . . . . . . . . . Licht uitschakelen of branderapparaat vervangen
23 NL
AANGERADEN OPLOSSING
vergrendeling
Verbindingen controleren, bobine vervangen
Controleren
Reinigen
gen
Deblokkeer het thermische relais bij de terugkeer
naar de drie fases
2916073