g) Montage van de ontvanger
Monteer de ontvanger (1) op de onderzijde van
de accuslede met servotape.
Sluit de servo's en de gyroscoop aan op de ont-
vanger in de volgorde die de afstandsbesturing
van de helikopter voorschrijft. Bevestig alle dra-
den met kabelbinders op zo'n manier dat ze niet
met draaiende aandrijvingsdelen of stuurstangen
in aanraking kunnen komen.
Moderne ontvangers van 2,4 GHz-afstands-
besturingen hebben twee zeer korte antennes.
Deze antennes moeten voor een optimale ont-
vangst niet in dezelfde richting maar in een rechte
hoek of als 'V' worden gepositioneerd. Raadpleeg
hiervoor de aanwijzingen in de handleiding van
de afstandsbesturing.
Mocht een 35 of 40 MHz-afstandsbesturing wor-
den ingezet, dan zijn de ontvangstantennes
meestal één meter lang.
Bij het bevestigen van deze lange antennes is het erg belangrijk dat ze nooit (ook niet bij negatief-figuren zoals
achteruit vliegen) tussen draaiende aandrijvingsdelen of de rotorbladen terecht kunnen komen.
Om dit te voorkomen zijn in het landingsgestel vier gaten aangebracht, waarin kabelhulsjes passen. Door deze aan
het landingsgestel vastgemaakte hulsjes kunt u dan de ontvangstantennes leiden. Raadpleeg hiervoor de aanwijzin-
gen in het hoofdstuk 'Montage van het skids-landingsgestel' in het voorste deel van deze handleiding.
De kleefkracht van de servotape neemt af in de loop van de tijd en met name ook bij lage temperaturen.
Daarom is het raadzaam om voor elke vlucht te controleren of de ontvanger nog goed vast zit en deze zo
nodig beter vast te maken, bijv. met een kabelbinder.
Bij ontvangers met wisselkristallen raden wij aan om het kristal extra goed vast te maken met een strook
plakband.
h) Plaatsing van draden
De draden moeten zodanig met kabelbinders aan het chassis worden bevestigd, dat ze onder geen enkele omstan-
digheid met draaiende aandrijvingsdelen in contact kunnen komen, waardoor de draadisolatie zou kunnen worden
beschadigd.
98
All manuals and user guides at all-guides.com
Afb. 8