• Draag comfortabele sportkleding en sport-
schoenen.
• Warm u voor het trainen op en bouw de
training ook langzaam af.
• Verhoog de trainingsintensiteit langzaam, let
op voldoende pauzes tussen de oefeningen.
• Voer de oefeningen met een gelijkmatig tempo
uit. Adem rustig.
• Voer alle oefeningen gelijkmatig, zonder
schokkende bewegingen en niet snel uit.
• Let op een gelijkmatige ademhaling.
Uitademen bij inspanning en inademen bij
ontspanning.
Opmerking!
Bij klachten of ongesteldheid dient u de
oefeningen direct te onderbreken en
een arts te raadplegen. Bij oefeningen
met de trainingsbanden dient u erop te
letten, dat de banden op niet langer dan
190 cm uitgerekt worden. De krachtta-
bel toont, welke kracht nodig is, om de
trainingsbanden op de desbetreffende
lengte te trekken. Tolerantiebereik voor
de kracht: +/- 20% (krachttabel trai-
ningsbanden zie technische gegevens).
Algemene planning van de
training
• Een trainingsset bestaat uit 10 - 20 herhalin-
gen van elke oefening.
• Iedere trainingsset kan 2 - 4 keer worden her-
haald.
• Tussen iedere trainingsset dient u telkens een
pauze van 1 - 3 min. in te lassen.
• U dient elke oefening met een opwarm-set met
een zeer laag gewicht te beginnen.
Oefeningen
Attentie! Oefening 3 kan door personen
die langer zijn dan 190 cm eventueel
slechts beperkt of niet worden uitge-
voerd.
All manuals and user guides at all-guides.com
Oefening 1 (afb. I)
Met deze oefening traint u de voorste
buikspieren.
Stel de hoogte van de voorste standvoet zo in,
dat u uw voeten onder de onderste gekussende
dwarsstang kunt fixeren en gelijktijdig met uw
knieholtes tegen de schuimstofrol boven het
ligvlak ligt. Ga nu rechtop op de trainingsbank
zitten en fixeer uw voeten aan het onderste
gekussende gedeelte, de knieholtes liggen op
het kussen boven de trainingsbank.
Laat uw bovenlichaam vervolgens langzaam
zakken terwijl u uw buikspieren spant, totdat uw
bovenlichaam zich parallel ten opzichte van de
vloer bevindt.
Houd uw spieren gespannen en til uw boven-
lichaam ca. 45° omhoog en laat het vervolgens
weer langzaam zakken.
Opmerking! Let er per sé op, dat u geen
holle rug maakt.
Oefening 2 (afb. J)
Met deze oefening traint u de voorste
en zijdelingse buikspieren.
Stel de hoogte van de voorste standvoet weer
zo in, dat u uw voeten onder de onderste gekus-
sende dwarsstang kunt fixeren en gelijktijdig met
uw knieholtes tegen de schuimstofrol boven het
ligvlak ligt. Ga nu rechtop op de trainingsbank
zitten en fixeer uw voeten aan het onderste
gekussende gedeelte, de knieholtes liggen op
het kussen boven de trainingsbank.
Laat uw bovenlichaam vervolgens langzaam
zakken terwijl u uw buikspieren spant, totdat uw
bovenlichaam zich parallel ten opzichte van de
vloer bevindt.
Houd uw spieren gespannen en til uw boven-
lichaam ca. 45° omhoog, waarbij u uw boven-
lichaam afwisselend naar links en rechts draait.
Op deze manier worden ook de zijdelingse
buikspieren getraind.
Opmerking! Let er per sé op, dat u geen
holle rug maakt.
NL/BE
29