Afb. 2 De hendel wordt op de gebruikelijke manier geactiveerd om de inhoud uit de
Cavifil te persen.
Toepassing:
–
Plaats de Cavifil (de capsule met restauratiemateriaal) van onder in de betref-
fende opening van de Injector en druk hem aan tot hij vastklikt (afb. 1).
–
De Cavifil zit nu vast in de Injector en kan indien nodig 360° worden gedraaid.
–
Appliceer de inhoud van de Cavifil door de hendel op de gebruikelijke manier te
activeren (afb. 2).
–
Voorkom dat de inhoud te snel en met teveel kracht uit de Cavifil wordt geperst.
–
Verwijder de Cavifil na het appliceren door hem naar beneden te drukken en
prepareer de Cavifil Injector voor hergebruik.
Desinfectie, reiniging en sterilisatie
Algemene opmerkingen:
Raadpleeg ook de in uw land geldende regelingen en richtlijnen ten aanzien van
hygiënestandaards en reiniging/desinfectie van medische hulpmiddelen in tandarts-
praktijken.
Nieuwe, niet-steriele Cavifil Injectors moeten eerst volledig worden geprepareerd
voor ze de eerste keer kunnen worden gebruikt. Reinig en desinfecteer Cavifil Injec-
tors iedere keer na gebruik. Oxiderende desinfectieoplossingen zijn daarvoor onge-
schikt. Sterilisatie in een stoomsterilisator wordt expliciet aangeraden!
Gebruik geen beschadigde Cavifil Injector. Laat reparatie- en onderhoudswerkzaam-
heden alleen uitvoeren door gespecialiseerd personeel.
Draag bij het hanteren van gebruikte en gecontamineerde Cavifil Injectors hand-
schoenen en een beschermende bril die voldoen aan de eisen van Richtlijn
89/686/EEG.
Reiniging in een automatisch was- en desinfectieapparaat heeft over
het algemeen de voorkeur boven handmatige reiniging!
Kies alleen voor handmatige reiniging als geautomatiseerde bewerking niet mogelijk
is. Gebruik alleen een WD-apparaat (conform met EN ISO 15883) waarvan de effecti-
viteit is aangetoond; alleen zo worden instrumenten betrouwbaar automatisch gerei-
nigd en gedesinfecteerd. De bediener is er verantwoordelijk voor dat de validering,
herkwalificatie van de prestaties en periodieke routinecontroles van de reinigings-
processen in het WD-apparaat correct worden gedefinieerd, gedocumenteerd en uit-
gevoerd.
Beperkingen ten aanzien van de reiniging en desinfectie:
Hoe lang instrumenten meegaan wordt voornamelijk bepaald door slijtage en schade
tijdens het gebruik. Regelmatige reiniging en desinfectie hebben geen invloed op de
prestaties van dit product.
Voorbereiding van het te behandelen gebied:
Verwijder direct na gebruik alle grote, niet uitgeharde restanten zorgvuldig van de In-
jector met behulp van niet pluizende cellulosedoekjes. Zie onder voor de methodes
om instrumenten te vervoeren naar de plaats waar ze worden gereinigd en gesterili-
seerd. De Cavifil Injector kan droog in een houder worden gedaan (droog afvoeren)
of kan direct in een combinatie van een reinigingsmiddel en desinfecterend middel
worden ondergedompeld (nat afvoeren). Het is hoe dan ook aan te raden om de In-
jector zo snel mogelijk af te voeren naar de plaats waar hij gereinigd zal worden.
Voorkom te allen tijde een wachttijd van meerdere uren tussen het tijdstip van ge-
bruik en de reiniging.
Voorbereiding van de reiniging en desinfectie:
Het wordt sterk aangeraden om instrumenten eerst voor te behandelen. Dit be-
schermt het personeel tegen mogelijke infecties en is nodig voor de verdere geauto-
matiseerde of handmatige bewerking van instrumenten!
Voorkom opdrogen van vuilresten en zorg voor een eerste desinfectie door de Cavifil
Injector onder te dompelen in een desinfectiebad (met een deksel en een inzetzeef),
gevuld met een alkalisch desinfectiemiddel dat vrij is van aldehyde (bijv. ID 212 forte
2%, Dürr Dental, gedurende 15 min.). Zorg dat de Cavifil Injector volledig is onderge-
dompeld in het desinfectiemiddel en dat er zich geen luchtbellen in het desinfectie-
middel bevinden. Het gebruikte desinfectiemiddel moet geschikt zijn voor het
betreffende product en moet op werkzaamheid zijn getest (bijv. door middel van cer-
tificering van de DGHM of FDA of het CE-merk). Volg de instructies van de fabrikant
van de desinfectieoplossing op (concentratie, temperatuur en contactduur), om te
zorgen dat u het desinfectiemiddel correct toepast.
Spoel de Cavifil Injector bij toepassing van geautomatiseerde reiniging zorgvuldig
schoon onder stromend water na de eerste desinfectie, voor hij automatisch wordt
gereinigd. Zo voorkomt u dat er restanten van het reinigings- en desinfectiemiddel in
het WD-apparaat terechtkomen.
Geautomatiseerde reiniging en desinfectie:
Vereisten voor toepassing van de gevalideerde procedure:
–
WD-apparaat (thermodesinfector G7882, Miele, A0-waarde > 3000)
–
reinigings- en desinfectieprogramma (Vario TD)
–
reinigings- en desinfectiemiddel (Neodisher FA, Dr. Weigert)
Plaats de Cavifil Injector in het WD-apparaat volgens de instructies van de fabrikant.
Vul het WD-apparaat met het juiste reinigings- en desinfectiemiddel (bijv. Neodisher
FA, Dr. Weigert) dat geschikt is voor het gewenste proces. Volg de instructies van de
fabrikanten van het desinfectiemiddel en de apparatuur op. Start het reinigings- en
desinfectieprogramma (bijv. Vario TD) dat voor het betreffende apparaat is gevali-
deerd.
Drogen:
Wacht tot het reinigings- en desinfectieprogramma is afgelopen. Haal de Cavifil In-
jector uit het WD-apparaat en zorg dat al het resterende vocht opdroogt door middel
van perslucht of een schoon, niet-pluizend wegwerpdoekje.
Als de Cavifil Injector alleen in een was- en desinfectieapparaat (zonder au-
tomatische desinfectie) is gereinigd, is thermische desinfectie van de niet
verpakte Cavifil Injector in een stoomsterilisator verplicht!
Handmatige reiniging en desinfectie:
Vereisten voor toepassing van de gevalideerde procedure:
–
zachte borstel (bijv. Miltex nylon reinigingsborstel voor instrumenten)
–
reinigings- en desinfectiemiddel (bijv. onderdompeling in ID 212 forte 2%,
Dürr Dental, gedurende minimaal 15 min.)