11.4 Verlichting inschakelen
Wanneer het verlichtingssymbool
het display 2 zichtbaar is, kunt u de binnen-
ruimteverlichting in- en uitschakelen:
• Druk op de verlichtingstoets
de verlichting in of weer uit te schake-
len.
• Het verlichtingssymbool
terwijl de verlichting is ingeschakeld.
• Na ca. 2 minuten schakelt de verlich-
ting automatisch uit.
11.5 Handmatige
instellingen
Terwijl het apparaat 1 is ingeschakeld, zijn
de temperatuurtoetsen
+/– 29 zichtbaar. Daarmee kunt
toetsen
u altijd de instellingen voor de temperatuur
en de gaartijd veranderen, bijv. ook wan-
neer een programma al in werking is.
• Met de temperatuurtoetsen
stelt u de temperatuur in tussen 40 °C
en 200 °C:
- Druk kort voor stappen van 5 °C.
- Houd deze ingedrukt om snel voor-
uit/achteruit te gaan.
• Met de tijdtoetsen
gaartijd in tussen 1 en 60 minuten:
- Druk kort voor stappen van 1 minuut.
- Houd deze ingedrukt voor stappen
van 5 minuten.
AANWIJZING: wanneer het programma
Drogen
is gekozen, kan de temperatuur
tot slechts maximaal 80 °C worden inge-
steld. De gaartijd kan worden ingesteld tus-
sen 2 (02:00 ) en 24 (24:00 ) uur in
stappen van 30 minuten.
96
NL
32 op
32 om
32 knippert
+/– 22 en de tijd-
+/– 22
+/– 29 stelt u de
11.6 Rotatiefunctie
inschakelen
Wanneer het rotatiesymbool
display 2 zichtbaar is, kunt u de rotatiefunc-
tie handmatig in- en uitschakelen:
• Druk op de rotatietoets
tatiefunctie in of weer uit te schakelen.
• Het rotatiesymbool
wijl de rotatiefunctie is ingeschakeld.
AANWIJZINGEN:
• Wanneer het programma Draaispit
is ingesteld, wordt de rotatiefunctie au-
tomatisch ingeschakeld.
• Wanneer u het draaispit 10 of de
draaimand 12 met een ander program-
ma gebruikt, schakelt u de rotatiefunctie
handmatig in.
11.7 Programma's gebruiken
Voor veel levensmiddelen en typen bereidin-
gen beschikt het apparaat over vooraf inge-
stelde programma's. Wanneer u een
programma kiest, kunt u bovendien altijd de
volgende instellingen uitvoeren:
-
Temperatuur
-
Gaartijd
-
Rotatiefunctie in-/uitschakelen
1. Bereid de levensmiddelen voor en
plaats deze met de passende accessoi-
re in het apparaat (zie "Gebruik van de
accessoires" op pagina 87).
2. Kies het gewenste programma (zie "Een
overzicht van de programma's" op
pagina 86) en raadpleeg de gaartabel
(zie "Gaartabel" op pagina 89).
3. Schakel het apparaat in met de start-/
stoptoets
31.
4. Druk op de gewenste programma-
toets 33. Het overeenkomstige sym-
bool knippert.
5. Voer de instellingen van de temperatuur
en de gaartijd evt. handmatig in.
30 op het
30 om de ro-
30 knippert ter-