5.10.2 Hendel voor rijrichting
De rijrichtingshendel bevindt zich rechts onder het stuur-
wiel.
1 Stuurwiel
2 Hendel voor rijrichting
Met de rijrichtingshendel kunnen de volgende functies ge-
selecteerd worden, de geselecteerde programma's wor-
den op het display aan het stuurwiel weergegeven.
Neutrale stand
–
Hendelstand is centraal
Rijrichting vooruit
–
Hendel naar boven en naar voren duwen
Rijrichting achteruit
–
Hendel naar boven en naar achter trekken
Omschakeling rijprogramma snel (haas) en rijprogram-
–
ma langzaam (schildpad)
Duw de rijrichtingshendel in de richting van de as (rij-
richtingshendel moet daarbij in de neutrale stand
staan).
5.10.3 Contactslot
Onder de rijrichtingshendel bevindt zich de ontsteking.
1 Stand STOP: motor uit
2 Stand I: ontsteking in
3 Gloeidraadsymbool: Voorverwarmen - gebeurt auto-
matisch
4 Stand II: motor starten
5.11 Pedalen
1 Gaspedaal
2 Rempedaal
3 Pedaal bezemaandrukkracht/bezemtoerental
Tip
In een later hoofdstuk „Werking/rijmodus" worden de pe-
dalen nog verder beschreven.
5.12 Display
5.12.1 Start-/transportmodus
Als de contactsleutel ingestoken en in de stand I (ontste-
king in) gedraaid wordt, verschijnt na enkele seconden de
volgende weergave op het display.
1 Functietoetsen
2 Displayweergave in de start-/rijmodus
3 Insteltoetsen
13
-
NL
217