Symbolen op het toestel
Reinigingskop optillen/neerla-
ten
Vastsjorpunt
Mophouder
Vulopening vers water
Aftapslang schoon water
Eerste ingebruikneming
Afbeelding 2, zie omslagpagina
Duwbeugel aan behuizing monteren.
Afbeelding 3, zie omslagpagina
Stijlclip erop schuiven.
Afbeelding 4, zie omslagpagina
Leg de reinigingskop achter het appa-
raat.
Stervormige handgrepen losmaken.
Afbeelding 5, zie omslagpagina
Zwenk de houder van de reinigingskop
naar beneden.
Afbeelding 6, zie omslagpagina
Schuif de reinigingskop naar voren op
de houder.
Afbeelding 7, zie omslagpagina
Stervormige handgrepen aanspannen.
Werking
Schoonwatertank vullen
LET OP
Gevaar voor beschadiging. Alleen de aan-
bevolen reinigingsmiddelen gebruiken.
Voor andere reinigingsmiddelen draagt de
exploitant een verhoogd risico met betrek-
king tot bedrijfsveiligheid, gevaar voor on-
gevallen en verlaagde levensduur van het
apparaat. Alleen reinigingsmiddelen ge-
bruiken die vrij zijn van oplosmiddelen,
zout- en vloeizuren.
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Deksel van het schoonwaterreservoir
openen.
Mengsel water/reinigingsmiddel vullen.
Maximale temperatuur van de vloeistof
50 °C.
Deksel van het schoonwaterreservoir
sluiten.
Vlies aanbrengen
Afbeelding 8, zie omslagpagina
Reinigingskop omhoog zwenken.
Een stuk vlies van 4 delen lang van de
rol halen.
Halve breedte van het vlies op het pad
leggen en vastdrukken.
Afbeelding 9, zie omslagpagina
Vlies op de bovenkant van de reini-
gingskop omslaan en op de spitse uit-
einden van de houder spannen.
Reinigen
Los vuil van het te reinigen oppervlak
vegen.
Reinigingskop naar beneden zwenken.
Dosering reinigingsoplossing op de ge-
wenste waarde draaien.
De reinigingsoplossing begint te vloei-
en, wanneer de draaiknop de stand
"OFF" verlaat.
Instructie:
Wanneer de reinigingskop naar boven is
gezwenkt, wordt geen reinigingsoplossing
aangebracht.
Apparaat met normale loopsnelheid
vooruit schuiven.
Reiniging beëindigen
Dosering reinigingsoplossing op stand
"OFF" draaien.
Apparaat nog ongeveer 30 secondes
vooruit schuiven, om de reinigingsop-
lossing op te zuigen.
Reinigingskop omhoog zwenken.
Resterende reinigingsoplossing op-
dweilen.
Deksel van het vuilwaterreservoir afne-
men.
WAARSCHUWING
Lokale voorschriften inzake de behande-
ling van afvalwater in acht nemen.
Vuilwaterreservoir leegmaken en onder
stromend water reinigen.
Deksel van het vuilwaterreservoir onder
stromend water reinigen.
Schoonwatertank legen
Afbeelding 10, zie omslagpagina
WAARSCHUWING
Lokale voorschriften inzake de behande-
ling van afvalwater in acht nemen.
Bovenste einde van het vloeistofpeil-
aanwijsinstrument vers water uit het ap-
paraat trekken.
Vloeistofpeilaanwijsinstrument boven
een afvoerfaciliteit naar beneden zwen-
ken en reinigingsoplossing laten weglo-
pen.
Vloeistofpeilaanwijsinstrument weer in
de opening op het apparaat steken.
Duwbeugel inklappen
Afbeelding 11, zie omslagpagina
Voor de vermindering van de benodigde
plaatsruimte bij opslag of transport in voer-
tuigen kan de duwbeugel ingeklapt worden.
Stervormige handgreep losmaken.
Duwbeugel 180° naar voren zwenken.
Stervormige handgreep aanspannen.
Vervoer
VOORZICHTIG
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Neem bij het transport het gewicht van het
apparaat in acht.
Reinigingskop omhoog zwenken.
Apparaat aan de duwbeugel verschui-
ven.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
2
-
NL
Opslag
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel en beschadi-
ging! Let op het gewicht van het apparaat
bij opslag.
Het apparaat mag alleen binnen worden
opgeborgen.
Onderhoud
Onderhoudsschema
Na het werk
Vuilwaterreservoir leegmaken.
Schoonwaterreservoir leegmaken.
Apparaat spoelen: verswatertank met
zuiver water (zonder reinigingsmiddel)
vullen, dosering reinigingsoplossing
openen en tank leeg laten lopen.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Vlies keren, respectievelijk wegdoen.
Aanzuigaansluitstuk reinigen.
Pad afnemen, reinigen en weer aan-
brengen.
Rubberen lip reinigen, op slijtage con-
troleren en zo nodig vervangen (zie
"Onderhoudswerken").
Apparaat op beschadigingen controle-
ren.
Wekelijks
Pad op slijtage controleren, zo nodig
vervangen (zie "Onderhoudswerken").
Apparaat op lekkage controleren.
Aandrijfrad reinigen.
Onderhoudswerkzaamheden
Rubberen lip keren/vervangen
Reinigingskop omhoog zwenken.
Afbeelding 12, zie omslagpagina
Veerstekker uittrekken.
Borgstrips afnemen.
Rubberen lip afnemen.
Nieuwe of gekeerde rubberen lip aan-
brengen.
Afbeelding 13, zie omslagpagina
Borgstrips aan de reinigingskop han-
gen.
Borgstrips op de reinigingskop drukken
en veerstekker insteken.
Pad vervangen
Reinigingskop omhoog zwenken.
Vlies verwijderen.
Pad eraf trekken.
Afbeelding 14, zie omslagpagina
Nieuw pad erop zetten en op de klitten-
banden op de reinigingskop drukken.
Reinigingskop demonteren.
Stervormige handgrepen losmaken.
Reinigingskop naar achteren trekken.
Houder naar boven zwenken.
Vorstbeveiliging
Bij vorstgevaar:
Schoon- en vuilwatertank legen.
Apparaat in een vorstvrije ruimte op-
slaan.
17