13. Verhelpen van storingen
Ook al is het model volgens de huidige stand der techniek geconstrueerd, er kunnen nog altijd problemen of storingen
optreden. Daarom willen we u uitleggen hoe u eventuele storingen kunt verhelpen. Neem bovendien ook de meege-
leverde gebruiksaanwijzing van de zender in acht.
Het model reageert niet of niet juist
• Bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen moet de ontvanger met de zender worden gekoppeld. Deze procedure wordt met
de Engelse term "Binding" of "Pairing" aangeduid. Neem hiervoor de gebruiksaanwijzing van de zender in acht.
• Is de rijaccu van het voertuig leeg of zijn de batterijen in de zender leeg? Vervang de aandrijfaccu, m.a.w. de bat-
terijen/accu's in de zender door nieuwe.
• Hebt u eerst de zender en daarna de rijregelaar ingeschakeld?
• Is de rijaccu correct aangesloten op de rijregelaar? Controleer de stekkerverbinding of deze eventueel verontrei-
nigd of geoxideerd is.
• Is het voertuig te ver weg? Met een volle rijaccu en volle batterijen in de zender moet een bereik van 50 m of meer
mogelijk zijn. Dit kan echter worden verminderd door omgevingsinvloeden; bijv. storingen op de zendfrequentie of
de nabijheid van andere zenders (niet alleen zenders, maar ook WLAN-/Bluetooth
zendfrequentie van 2,4 GHz gebruiken), van metalen onderdelen, gebouwen, enz.
De positie van de antenne van de zender en ontvanger ten opzichte van elkaar heeft zeer sterke invloed op het
bereik. Het is het beste als zowel de antenne van de zender als van de ontvanger verticaal staan (met beide anten-
nes parallel ten opzichte van elkaar). Als u echter de antenne van de zender op het voertuig richt, resulteert dit in
een zeer kort bereik!
• Controleer de juiste positie van de stekker van de snelheidsregelaar en van de stuurservo in de ontvanger. Als de
stekkers 180° gedraaid zijn aangesloten. Op deze manier werken de rijregelaar en de stuurservo niet.
Wanneer daarentegen de stekker van de rijregelaar en stuurservo met elkaar worden verwisseld stuurt de gas-/
remhendel op de zender de stuurservo en het draaiwiel de rijfunctie!
De auto blijft niet staan als de gas-/remhendel wordt losgelaten
• Corrigeer op de zender de trimregelaar voor de rijfunctie (neutrale stand instellen).
• Herprogrammeer de neutraalstand op de rijregelaar (en ook de volgasstand voor vooruit- en achteruitrijden), op
voorwaarde dat de rijregelaar die u gebruikt deze functie heeft.
Het voertuig wordt trager of de stuurservo reageert nog maar weinig of helemaal niet meer; het bereik tussen
de zender en het voertuig is maar zeer klein
• De rijaccu is (bijna) leeg.
De stroomvoorziening van de ontvanger en daarmee ook van de stuurservo vindt plaats bij moderne elektronische
rijregelaars via de in de rijregelaar ingebouwde BEC. Daarom leidt een zwakke of lege rijaccu ertoe dat de ont-
vanger niet meer naar behoren werkt. Vervang de rijaccu door een nieuwe volledig opgeladen rijaccu (vooraf een
pauze van 5 à 10 minuten inlassen, zodat de motor en de snelheidsregelaar voldoende kunnen afkoelen).
• Controleer de batterijen/accu's in de zender.
®
-apparaten die eveneens een
135