11.
Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of
storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om eventuele storingen op
te lossen.
Het model reageert niet
• Is de rijaccu van het voertuig of zijn de batterijen/accu's in de zender leeg?
• Heeft u de zender en aansluitend de rijregelaar ingeschakeld?
• Is de rijaccu correct op de rijregelaar aangesloten?
• Is het voertuig te ver weg? Bij een volle rijaccu en volle batterijen/accu's in de zender moet een reikwijdte van 100 m
en meer mogelijk zijn. Dit kan echter worden verminderd door omgevingsinvloeden, vb. storingen op de zendfrequentie.
• Test de juiste positie van de stekker van de rijregelaar en van de stuurservo in de ontvanger. Zijn de stekker 180°
omgekeerd ingestoken, dan functioneren de rijregelaar en de stuurservo niet.
Wanneer daarentegen de stekker van de rijregelaar en de stuurservo met elkaar werden gewisseld, dan stuurt de
gas-/remhendel de stuurservo en het draaiwiel de rijfunctie.
Het voertuig blijft niet stilstaan als de gas/remhendel losgelaten wordt
• Corrigeer op de zender de trimming voor de rijfunctie (neutrale stand instellen).
• Wanneer de trimweg niet volstaat dan schakelt u de rijregelaar uit. Zet de trimming op de zender in de middelste
stand. Laat de gas-/remhendel op de zender los.
• Programmeer op de rijregelaar (voor zover mogelijk) de neutrale en volgasstand voor het vooruit en achteruit rijden.
Raadpleeg daartoe de gebruiksaanwijzing van uw rijregelaar.
Voertuig wordt langzamer of de stuurservo toont enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte
tussen de zender en het voertuig is enkel zeer kort
• De rijaccu is zwak of leeg.
De stroomvoorziening van de ontvanger en daarmee ook de stuurservo gebeurt normaal gezien via de BEC van de
rijregelaar. Omwille daarvan voert een zwakke of lege rijaccu ertoe, dat de ontvanger niet meer goed werkt. Wissel
de rijaccu tegen een nieuwe volledig opgeladen rijaccu (vooraf een pauze van 5 - 10 minuten inlassen opdat de
motor en de rijregelaar voldoende kunnen afkoelen).
• Controleer de batterijen/accu's in de zender.
91