Afb. 9
Afb. 10
Trek voorzichtig de lens van de lasereenheid en vervang deze
voor een nieuwe lens.
DIEPTESTOP
(Afb. 9)
Gebruik van de dieptestop geeft de operator de mogelijkheid
om gleuven in het werkstuk te zagen.
De neerwaartse beweging van de zaagkop kan ingesteld worden
zodat het zaagblad niet volledig door het werkstuk zaagt.
Opmerking: Bij het gebruik van de dieptestop is het
aanbevolen om de diepte te controleren met gebruik van een
stukje afvalhout om te verzekeren dat de gleufsnede correct is.
Door een snede in het werkstuk te maken en vervolgens de
snede te herhalen nadat het werkstuk lichtelijk naar links of
rechts verplaatst is, is het mogelijk om sleuven te zagen.
Om de dieptestop te gebruiken:
• Maak de vergrendelende vleugelmoer los. (A)
• Pas de duimknop (B) aan om de beweging van de zaagknop
tot de gewenste diepte te beperken.
• Eenmaal ingesteld op de gewenste diepte, draai de
vlindermoer (a) aan tegen de beugel, om de dieptestop te
vergrendelen en te verzekeren dat er geen beweging is.
• Nadat het zagen is voltooid, pas de dieptestop opnieuw aan
zodat de zaagkop met de ontgrendelpin vergrendeld kan
worden in de beneden positie.
(7.5)
HET SCHUIVENDE BOVENHEKGEDEELTE
De linkerkant van het hek heeft een instelbaar bovengedeelte.
Afstelling kan nodig zijn om de bewegende zaagkop de ruimte
te geven, wanneer acute afschuining of samengestelde hoeken
geselecteerd zijn.
188
www.evolutionpowertools.com