7
10
9
6
7
6
L (m)
+ H
- H
Ø (mm)
(m)
8
10
+ 4,0
52
134
+ 3,0
46
119
+ 2,0
39
104
+ 1,0
33
89
+ 0,5
30
80
0
27
73
- 0,5
24
66
- 1,0
21
58
- 2,0
15
43
- 3,0
8
28
- 4,0
-
12
(A)
(B)
A
5
8
4
5
3
9
B
12
160
160
160
160
160
160
144
128
96
65
33
4
1
2
3
2
1
D7436
5
D7437
8
HYDRAULISCHE INSTALLATIE
BRANDSTOFTOEVOER
Circuit met tweepijpsysteem (A)
De brander is voorzien van een pomp met auto-
matische aanzuiging. Binnen de grenswaarden
van de tabel hiernaast, voedt de pomp zich
autonoom.
Tank ligt hoger dan de brander A
De afstand P is, bij voorkeur, nooit langer dan
10 m, anders zou de dichting van de pomp kun-
nen worden beschadigd, en de afstand V nooit
langer dan 4 m zodat zelfs met een bijna lege
tank, de pomp autonoom aanzuigt.
Tank ligt lager dan de brander B
De onderdruk in de pomp mag niet groter zijn
dan 0,45 bar (35 cm Hg). Als de onderdruk gro-
ter is komen er gassen vrij uit de brandstof; de
pomp maakt meer lawaai en de levensduur van
de pomp wordt verkort.
Er wordt aangeraden om de terugloopleiding op
dezelfde hoogte te brengen van de inlaatleiding;
Circuit in kring
Een leiding vertrekt vanaf de tank en loopt
ernaar terug. D.m.v. een hulppomp circuleert de
brandstof onder druk. Via een aftakking op de
kringloop wordt de brander gevoed. Dit circuit
kan nuttig zijn als de pomp van de brander zich
niet zelf kan voeden omdat de afstand en/of het
niveauverschil met de tank groter zijn dan de
waarden in de tabel.
Legende (A)
H = Niveauverschil pomp-voetklep
L = Lengte leiding
Ø = Binnendiameter
1 = Brander
2 = Pomp
3 = Filter
4 = Manuele afsluitkraan
5 = Aanzuigleiding
6 = Voetklep
7 = Snelsluitende klep met handbediening op
afstand (alleen Italië)
8 = Elektromagnetisch afsluitventiel (alleen
Italië)
9 = Terugloopleiding
10 = Terugslagklep (alleen Italië)
HYDRAULISCHE AANSLUITINGEN (B)
De pomp is voorzien van een by-pass die de
terugloopleiding in verbinding stelt met de aan-
zuigleiding. De pomp is op de brander bevestigd
met de by-pass, die afgesloten is met de
schroef 6)(B)p.11.
Het is dus noodzakelijk de beide flexibles met
de pomp te verbinden.
Als u de pomp laat werken met gesloten terug-
loopleiding en gesloten by-pass schroef, dan
gaat hij onmiddellijk kapot.
Verwijder de doppen van de aanzuig- en terug-
loopleiding van de pomp.
Draai de flexibels met de pakkingen, die bij de
standaarduitrusting geleverd worden, vast.
Bij het monteren van de flexibels moet hierop
geen kracht uitgeoefend worden die verbuiging
tot gevolg heeft.
Laat de leiding passeren langs de gaten in de
linker plaat 5)(B), door het dun membraan te
verwijderen die de twee gaten sluit, of door wat
vervolgens wordt aangeduid: draai de schroe-
ven 1) los, open het plaatje bij de delen 2)-3) en
haal het dunne membraan, dat de twee gaten 4)
sluit, weg.
Plaats de flexibels zodanig dat er niet op getrapt
kan worden of dat ze met de warme delen van
de ketel niet in contact kunnen komen.
Verbind, tenslotte, het andere uiteinde van de
flexibels aan de nippels, die bij de standaarduit-
voering geleverd worden, door de twee sleutels
te gebruiken: één op het draaibare verbindings-
stuk van de flexibel, om aan te draaien, en één
op de nippels, om de tegengestelde kracht aan
te kunnen.