Riello Prontacqua 28 BIS N Instructions Pour L'installateur page 25

INSTALLATION "ÉTANCHE" (TYPE C)
La chaudière doit être raccordée sur des conduits
d'évacuation des fumées et d'aspiration d'air coaxiaux ou
dédoublés qui devront tous être portés à l'extérieur (voir
figure).
Ne faites pas fonctionner la chaudière sans ces conduits.
C12 Evacuation murale
concentrique. Les tuyaux
peuvent partir de la chaudière
de façon indépendante, mais
les sorties doivent être
concentriques ou assez
proches pour avoir les mêmes
conditions de vent.
C22 Evacuation concentrique en
conduit de cheminée commun
(aspiration et évacuation dans
le même conduit) (ne pas en
Belgique).
C32 Evacuation concentrique sur
le toit. Sorties comme pour le
C12.
C42 Evacuation et aspiration en
conduits de cheminée
communs séparés mais ayant
les mêmes conditions de vent.
Le système doit être homologé
par Technigas, Butgb, AQ
Gastec (CLV), Afnor (3CE)
ou DIN/DVGW (LAS).
C52 Evacuation et aspiration mu-
rale ou sur le toit séparées, dans des zones ayant des
pressions différents. L'évacuation et l'aspiration ne doivent
jamais se trouver sur des murs opposés.
C82 Evacuation en conduit de cheminée unique ou commun et
aspiration murale.
Conduits coaxiaux (ø 60-100)
Les conduits coaxiaux peuvent être orientés dans la
direction conforme aux exigences de l'installation.
Pour l'installation suivir les instructions dans le kit.
Le tableau montre les longueurs rectilignes avec bride
fumées installée et sans bride fumées; pour enlever la bride,
agir en faisant levier avec un tournevis.
Le dispositif de récolte des condensats n'est pas nécessaire.
Conduits coaxiaux horizontaux (ø 60-100)
modèle longueur conduit
fumées Ø 60-100
(m)
jusqu'à 1
28 BIS
de 1 à 3,40
Conduits coaxiaux verticaux (ø 60-100)
modèle longueur conduit
fumées Ø 60-100
(m)
jusqu'à 2
28 BIS
de 2 à 4,40
C52
C32
C82
C52
C22
bride
perte de charge (m)
fumées
(A) courbe courbe
45° 90°
installée
pas
0,5 0,85
installée
bride
perte de charge (m)
fumées
(A) courbe courbe
45° 90°
installée
pas
0,5 0,85
installée
INSTALLATIE MET GESLOTEN
VERBRANDINGSKAMER: TYPE C
De gaswandketel dient te worden aangesloten met
concentrische of parrallele lucht/rookgasleidingen, die naar
buiten dienen te worden gebracht (zie figuur).
Laat de ketel nooit functioneren zonder de aangesloten
leidingen!
C12
C42
C12
C12
C52 Individueel gesloten aangesloten optwee kanalen die
gescheiden zijn en in verschillende drukzones uitmonden.
Luchtaanzuig en rookgasuitgang mogen zich evenwel nooit
op tegenover elkaar liggende muren bevinden.
C82 Individueel toestel met twee gescheiden kanalen die de
verbrandingslucht rechtstreeks buiten nemen en de
rookgassen afvoeren in een gemeenschappelijk kanaal
met natuurlijke trek.
Concentrische kanalen (Ø60-100)
De concentrische kanalen kunnen worden geplaatst volgens
de noodwendigheden op de werf. Bij plaatsing, volg de
bijgevoegde installatieinstructies
De onderstaande tabellen geven de rechtlijnige afstand
weer, met en zonder gemonteerd rookgasdiafragma (A).
Om het diafragma te verwijderen, hef dit op met behulp
van een schroevendraaier.
Een condensaatopvangeenheid is niet nodig. Voor kanalen
korter dan het minimum 0,91 m kunnen de vermelde
rendementen afwijken.
Horizontale concentrische kanalen (ø 60-100)
Type Lengte
rookgasleiding
Ø60-Ø100 mm
tot 1 m
28 BIS
van 1 tot 3,40 m
Verticale concentrische kanalen (ø 60-100)
Type Lengte
rookgasleiding
Ø60-Ø100 mm
tot 2 m
28 BIS
van 2 tot 4,40 m
25
C12 Individueel gesloten toestel
aangesloten op horizontale
kanalen door de wand, ofwel
concentrisch ofwel parrallel
dichtbij elkaar uitmondend in
dezelfde drukzone.
C22 Gesloten toestel
concentrische aansluiting op
gemeenschappelijk systeem
(niet in België gebruikt).
C32 Individueel gesloten toestel met
verticale kanalen door de wand
ofwel concentrisch ofwel
parrallel dichtbij
uitmondend in dezelfde
drukzone.
C42 Gesloten toestel met horizontale
kanalen voor aansluiting op een
gemeenschappelijk syseem dat
een kanaal voor aanvoer van
de verbrandingslucht en een
kanaal voor afvoer van de
rookgassen bevat en dat
gekeurd is doorTechnigas,
Butgb, AQ Gastec (CLV), Afnor
(3CE) of DIN/DVGW (LAS).
Rook- Drukverlies in equi-
gasflens valente m
(A)
Bocht 45° Bocht 90°
aanwezig
niet
0,5
aanwezig
Rook- Drukverlies in equi-
gasflens valente m
(A)
Bocht 45° Bocht 90°
aanwezig
niet
0,5
aanwezig
met
elkaar
0,85
0,85