i
Werking van de compensatie van de behanglengte
Na elk automatisch aanleren van de bovenste eindpositie is de compen-
satie van de behanglengte actief. Daarna verschuift de buismotor niet
meer helemaal tegen de bovenste eindpositie. Op die manier worden
het rolluik en de eindposities ontzien.
Door bijvoorbeeld vastgevroren rolluiken kunnen de automatisch aange-
leerde eindposities en wegen in de loop der tijd weer worden versteld.
Ter compensatie schuift de buismotor met regelmatige tussentijden (de
cyclus wordt in de fabriek ingesteld) een keer automatisch tegen de
bovenste en onderste eindpositie.
i
Werking van de radiocode
Met de radiocode kunt u de radiografische buismotor direct aansturen om bijv. ook na de
installatie nog andere DuoFern apparaten met de radiografische buismotor te verbinden.
Na een geslaagde verbinding kunt u bijvoorbeeld de eindposities van een radiografische
buismotor instellen.
De radiocode vindt u op het bijgevoegde etiket:
Voorbeeld:
Belangrijke montage-instructies
BELANGRIJK
◆ Vergelijk voor de montage de aanwijzingen over spanning/frequentie
op het typeplaatje met die van het lokale net.
◆ Vóór het inbouwen van de buismotor alle leidingen en inrichtingen demonteren
resp. uitschakelen die voor het bedrijf niet noodzakelijk zijn.
◆ Beweeglijke onderdelen van aandrijvingen die onder een hoogte van 2,5 m van de
grond worden gebruikt, moeten worden beschermd.
◆ Indien de buismotor met een schakelaar met een UIT-voorinstelling bestuurd wordt, dient
deze schakelaar in het zicht vanaf de buismotor, maar buiten de reikwijdte van bewegende
onderdelen, ten minste 1,5 m hoog aangebracht te worden.
◆ Het deksel van de rolluikkast moet gemakkelijk toegankelijk en verwijderbaar zijn.
◆ Demonteer nooit de stoppers van de laatste rolluiklamel.
Het rolluik kan anders in de rolluikkast glijden en beschadigd raken.
LET OP
Als de buismotor scheef wordt gemonteerd, kan de buismotor of het
rolluik beschadigd raken. Een scheef opgerold rolluik kan bijvoorbeeld
de aandrijving blokkeren en vernielen.
◆ Let erop dat de buismotor en de lagers horizontaal worden
ingebouwd.
◆ Let erop dat de wikkelas (5) en het rolluik (17) na de montage
licht en vrij naar beneden kunnen bewegen.
◆ Het rolluik (17) mag tijdens het gebruik niet via de lagers, het eindstuk (4) of de
aandrijfkop (12) bewegen.
◆ Let erop dat de wikkelas (5) en de bevestigingsveren (6) de aandrijving (9) niet
aanraken. Ze mogen tijdens het gebruik niet over de buismotor (9) slepen.
8
N.B.
◆ De compensatie van de behanglengte gebeurt automatisch tijdens het normale
gebruik, zodat u hiervan meestal niets merkt.
◆ Als de bovenste eindpositie manueel wordt ingesteld, is de compensatie van de
behanglengte niet actief.
OPMERKING
Tijdvenster voor de activering via radiocode.
De radiocode is max. 2 uur actief na het inschakelen van de stroomtoevoer. Na deze tijd
is een activering met de radiocode niet meer mogelijk. Haal de radiografische buismotor
kort van het net om het tijdvenster opnieuw te activeren.
Bij automatisch bestuurde markiezen:
◆ Bij volledig afgerolde markiezen moet een minimumafstand van 0,4 m ten opzichte
van voorwerpen in de omgeving in acht worden genomen.
◆ Bij het gebruik in markiezeninstallaties mag het onderste punt van de markies niet
onder 1,8 m liggen.
Rolluikinstallaties kunnen beschadigd raken door te grote of te kleine
aandrijf- en/of tegenlagers.
◆ Gebruik uitsluitend door de fabrikant geleverde originele lagers. Indien u aandrijf- en/
of tegenlagers van een andere fabrikant wilt gebruiken, dient u deze te selecteren op
basis van het koppel van de desbetreffende buismotor.
Een verkeerde montage kan tot letsel (door stoten en slagen) leiden.
◆ Bij onjuiste montage/beveiliging kan de motor uit het aandrijflager springen. Beveilig
de buismotor daarom met de meegeleverde beveiligingsinrichtingen.
Bij bedrijf zonder ingestelde eindposities bestaat levensgevaar.
◆ Voor veilig bedrijf moeten de eindposities zijn ingesteld. Lees daarvoor het
desbetreffende hoofdstuk van deze handleiding op pagina 17.
NL