Bediening
Servies voor inductiekookplaat
De pannen die voor de inductiekookplaat worden gebruikt, moeten
van metaal zijn, magnetische eigenschappen bezitten en een vol-
doende grote bodem hebben.
Gebruik uitsluitend pannen met een bodem die voor inductie
geschikt is.
Geschikte pannen
Geëmailleerde stalen pannen
met dikke bodem
Gietijzeren pannen met ge-
emailleerde bodem
Pannen van roestvrij gelaagd
staal, roestvrij ferrietstaal of
aluminium met speciale bodem
Zo kunt u vaststellen of uw pan geschikt is:
Voer de hierna beschreven magneettest uit of kijk of de pan het sym-
bool voor het koken met inductiestroom draagt.
Magneettest
Ga met een magneet over de
bodem van uw pan. Wordt de
magneet aangetrokken, dan
kunt u de pan op de inductie-
kookplaat gebruiken.
Belangrijk
Bij het gebruik van sommige pannen die geschikt zijn voor inductie,
kunnen geluiden optreden, die te wijten zijn aan de bouwwijze van
deze pannen.
fout
fout
Fout: de panbodem is gewelfd. De temperatuur kan door de elektro-
nica niet correct worden bepaald.
Correct: goed kookgerei!
70
Niet geschikte pannen
Pannen van koper, roestvrij
staal, aluminium, vuurvast glas,
hout, keramiek of terracotta
fout
optimaal
Tips om energie te besparen
Hier vindt u enkele belangrijke aanwijzingen om zuinig en efficiënt
met uw nieuwe inductiekookplaat en het kookservies om te gaan.
•
Snelkookpannen zijn door de gesloten kookruimte en de over-
druk bijzonder tijdbesparend en zuinig. Door de korte bereidings-
duur blijven vitamines bewaard.
•
Let erop dat er altijd voldoende vloeistof in de snelkookpan is,
want bij een leeggekookte pan kunnen de kookzone en de pan
door oververhitting worden beschadigd.
•
Kookpannen indien mogelijk altijd met een passend deksel
sluiten.
•
Voor elke te bereiden hoeveelheid de passende pan gebruiken.
Een grote, nauwelijks gevulde pan verbruikt veel energie.
Kookstanden
Het verwarmingsvermogen van de kookzones kan in meerdere stan-
den worden ingesteld. In de tabel vindt u toepassingsvoorbeelden
voor de verschillende standen.
Kookstand
0
UIT-stand, benutting van de restwarmte
1-2
Verder koken van kleine hoeveelheden
(laagste vermogen)
3
Doorkoken
4-5
Verder koken van grote hoeveelheden,
verder braden van grote stukken
6
Braden, bechamelsaus maken
7-8
Braden
9
Aan de kook brengen, aanbraden, braden
P
Powerstand (hoogste vermogen)
Bij kookpannen zonder deksel moet ev. een hogere kookstand wor-
den gekozen.
Restwarmteweergave
De keramische kookplaat is met een restwarmteweergave
H uitgerust. Zolang de H na het uitschakelen brandt, kan de
restwarmte worden gebruikt om te smelten en om gerechten
warm te houden.
Na het uitdoven van de letter H kan de kookzone nog heet zijn. Er
bestaat gevaar voor verbranding!
Bij een inductiekookzone wordt de keramiek niet direct, maar alleen
door de terugstralende warmte van de pan verwarmd.
NL
Toepassing