Bediening
De kookplaat
De kookplaat is met een inductiekookveld uitgerust. Een inductiespoel
onder de keramische kookplaat wekt een elektromagnetisch wissel-
veld op, dat de vitrokeramiek doordringt en in de bodem van de pan
een warmtevormende stroom induceert.
Bij een inductiekookzone wordt de warmte niet meer door een
verwarmingselement via de pan op de te koken gerechten overgedra-
gen; de nodige warmte wordt m.b.v. inductiestromen direct in de pan
gevormd.
Voordelen van het inductiekookveld
•
Energiebesparend koken door rechtstreekse energieoverdracht
op de pan (aangepaste pannen van magnetiseerbaar materiaal
zijn noodzakelijk),
•
meer veiligheid omdat de energie alleen wordt doorgegeven als
er een pan op de kookzone staat,
•
energieoverdracht tussen inductiekookzone en panbodem met
een hoog rendement,
•
hoge opwarmsnelheid,
•
weinig risico op verbrandingen omdat de kookplaat alleen door
de panbodem wordt verwarmd, overkokende gerechten branden
niet vast,
•
snelle, nauwkeurige regeling van de energietoevoer.
Panherkenning
Als er geen of een te kleine pan op de kookzone staat als de kook-
zone is ingeschakeld, dan wordt deze niet van energie voorzien. Een
knipperende
in de kookstandaanwijzing maakt daarop attent.
Als er een geschikte pan op de kookzone wordt geplaatst, wordt de
ingestelde stand ingeschakeld en de kookstandweergave brandt.
De energietoevoer wordt onderbroken als de pan wordt verwijderd, in
de kookstandweergave verschijnt een knipperende
Indien kleinere pannen worden opgezet, waarbij de panherkenning
toch in werking treedt, wordt slechts zoveel energie toegevoerd als
nodig is.
Panherkenningsgrenzen
De bodem van de pan mag niet kleiner dan een bepaalde minimum-
diameter zijn, omdat de inductie anders niet wordt ingeschakeld.
Plaats de pan altijd in het midden van de kookzone om een optimaal
rendement te verkrijgen.
Kookzonediameter
190 x 210 mm
Belangrijk
Naargelang van de kwaliteit van de pan kan de vereiste minimumdi-
ameter voor het reageren van de panherkenning afwijken!
.
Aanbevolen minimumdiame-
ter panbodem
120 mm
Gebruiksduurbeperking
De inductiekookplaat bezit een automatische gebruiksduurbeperking.
De ononderbroken gebruiksduur voor elke kookzone is afhankelijk
van de gekozen kookstand (zie tabel).
Ingestelde kookstand
1, 2
3, 4
5
6, 7, 8, 9
De voorwaarde is dat tijdens de gebruiksduur de instellingen van de
kookzone niet worden veranderd.
Als de gebruiksduurbeperking heeft gereageerd, wordt de kookzone
uitgeschakeld; er is een kort signaal te horen en in de aanwijzing
verschijnt een H.
De automatische uitschakeling heeft voorrang op de bedrijfsduur-
beperking, d.w.z. de kookzone wordt pas uitgeschakeld als de tijd
van de automatische uitschakeling is afgelopen (bijv. automatische
uitschakeling met 99 minuten en kookstand 9 is mogelijk).
Andere functies
Als één of meer sensoren langer of tegelijk worden bediend (bijv.
door een per ongeluk op de sensoren geplaatste pan) wordt er niet
geschakeld.
U hoort een signaaltoon en ER03 wordt aangetoond. Na een paar se-
conden wordt er uitgeschakeld. A.u.b. het voorwerp van de sensoren
verwijderen.
Oververhittingsbeveiliging (inductie)
Als de kookplaat langdurig op vol vermogen wordt gebruikt, kan bij
een hoge kamertemperatuur de elektronica niet meer voldoende
worden gekoeld. Om te vermijden dat te hoge temperaturen in de
elektronica optreden, wordt ev. het vermogen van de kookzone auto-
matisch gereduceerd.
Als bij normaal gebruik van de kookplaat en normale kamertempe-
ratuur regelmatig E2 of ER21 verschijnt, is de koeling waarschijnlijk
onvoldoende.
Ontbrekende koelopeningen in het meubel kunnen de oorzaak zijn.
Eventueel moet de inbouw worden gecontroleerd (zie hoofdstuk
Ventilatie).
NL
Gebruiksduurbeperking
in uren
6
5
4
1,5
69