Voedingsmiddel
In wijn gekookte pruimen in een jasje
Sprits
* beetgaar voorgekookt
** bijv. peren, druiven, abrikozen, aardbeien, ananasschijven, bananen, kersen, halve perziken en halve kiwi`s
De getallen in de tabel zijn slechts richtlijnen. U kunt
deze afhankelijk van de aard van de levensmiddelen en
uw persoonlijke smaak variëren.
Bereid diepvriesproducten volgens de aanwijzingen op
de verpakking.
Handige tips
Tips voor het gebruik van frituurolie of
-vet
▯
Gebruik voor het frituren alleen zuivere plantenolie
of vet. Deze dienen hoog verhitbaar te zijn en
geschikt om te frituren. Geschikt zijn bijv.
aardnoten- of palmolie en kokosvet. Niet geschikt
zijn bijv. koudgeperste olijfolie, soja- of
tarwekiemolie. U kunt beter geen vetmengsels
gebruiken.Houd u aan de aanwijzingen van de
fabrikant.
▯
Na het frituren dient u altijd eventueel aanwezige
grove resten uit de frituurolie of het -vet met een
schuimspaan te verwijderen. U kunt de resten ook
via de olieaftapkraan laten weglopen. Wacht tot de
frituurolie of het -vet tot max. 40°C is afgekoeld.
▯
Wil u de frituurolie of het -vet opnieuw gebruiken,
leg dan een papieren doekje in een metalen zeef en
laat de handwarme olie of het -vet hier doorheen
lopen.
▯
Vervang de frituurolie of het -vet regelmatig, maar
uiterlijk wanneer ze onaangenaam ruiken, smaken,
sterk opschuimen, (bij 160 - 170°C) beginnen te
roken of als de gerechten niet meer knapperig
worden terwijl de juiste temperatuur is ingesteld.
Voortijdig roken is iets anders dan opstijgende
waterdamp die ontstaat door het toevoegen van
vochtige levensmiddelen.
▯
U dient de gerechten na het afkoelen te bedekken.
Zo kan het vet niet worden verontreinigd en kan er
geen water in komen.
26
Tempera-
Hoeveelheid Frituurtijd
tuur [°C]
160
10
180
6
Tips voor de frituurgerechten
▯
▯
▯
Tips voor het frituren
▯
▯
▯
▯
▯
▯
▯
▯
Opmerkingen
6 min.
zonder mand frituren
3 min. per kant
zonder mand frituren
De volgende levensmiddelen zijn geschikt om te
worden gefrituurd: kleine stukken vlees en vis,
groente, aardappelen, deegwaren, fruit,
gepaneerde levensmiddelen.
Vochtige levensmiddelen zoals vis, schaaldieren,
stukken vlees, schijven groente of fruit moeten altijd
grondig worden afgedroogd.
Sterk waterhoudende levensmiddelen zijn niet
geschikt om te worden gefrituurd.
Frituur niet te grote hoeveelheden ineens, dan kan
de olie goed circuleren en de warmte wordt snel op
de levensmiddelen overgedragen. Schud de te
frituren levensmiddelen zodat deze niet aan elkaar
plakken en de olie beter kan circuleren.
De levensmiddelen moeten volledig in de frituurolie
of het -vet ondergedompeld zijn. Anders moeten
deze na de helft van de frituurtijd worden
omgedraaid of met een tweede frituurmand omlaag
worden gedrukt.
Vul de frituurmand op het werkblad naast de
friteuse, niet in of boven de friteuse. Op die manier
blijven er minder resten in de frituurolie of het -vet
achter.
Voeg geen zout en kruiden boven de friteuse toe
om te voorkomen dat de frituurolie of het -vet wordt
vervuild.
Als u vochtige of gevroren levensmiddelen in de
frituurolie / het -vet onderdompelt, gaat de olie /
het vet bijzonder hevig schuimen. Laat de
frituurmand meermaals langzaam zakken. Hierdoor
voorkomt u dat het vet gaat overlopen.
Verwijder ijsresten wanneer u diepvriesproducten
frituurt.
Stel de geadviseerde temperatuur in.
‒ De juiste temperatuur: Eiwitten zorgen voor een
beschermende korst. Op die manier dringt er
slechts weinig vet in de levensmiddelen.
‒ Een te hoge temperatuur: Er ontstaat te snel een
korst aan de buitenkant van de levensmiddelen.
De levensmiddelen blijven van binnen rauw.
‒ Een te lage temperatuur: De levensmiddelen
nemen teveel vet op.
Dep de levensmiddelen af met keukenpapier zodra
u deze uit de friteuse haalt. Hierdoor wordt de
hoeveelheid vet nogmaals gereduceerd.