Beschrijving Van Besturing - Textron JACOBSEN Super LF 1880 Fairway 67923 Manuel De L'opérateur Et De Sécurité

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

4
BEDIENINGSELEMENTEN
4.2

BESCHRIJVING VAN BESTURING____________________________________________

A. Stuurkipregeling
Trek de hendel omhoog om de stuurkolom vrij te
maken. Kantel de kolom omhoog of omlaag in de
gewenste positie. Laat de hendel los om de
stuurkolom op de plaats te vergrendelen.
!
VOORZICHTIG
Stuurkolom nooit afstellen wanneer de tractor in
beweging is. Stop de eenheid en trek de parkeerrem
aan alvorens afstelwerkzaamheden uit te voeren.
B. Parkeerremvergrendeling / -uitschakeling
Hou het parkeerpedaal (C) ingedrukt om de
parkeerrem te vergrendelen en druk op vergrendelen
(B
) totdat deze inschakelt. Druk om de parkeerrem
1
uit te schakelen, op parkeerrem uitschakelen (B
C. Parkeerrem
Duw het pedaal omlaag om de parkeerrem in te
schakelen.
D. Maaisnelheidsstop
Deze functie beperkt de voorwaartse snelheid tijdens
het maaien. Draai de hendel om op een lagere
snelheid te maaien, totdat de hendel contact maakt
met de stopschroef (D1) op het vloerpaneel wanneer
het voorwaartse pedaal is ingedrukt. Zet de hendel in
de afgebeelde stand (D3) om op volle snelheid te
rijden. De stopschroef (D2) kan afgesteld worden op
specifieke
maaisnelheden.
Onderdelen- & Onderhoudshandleiding.
D
2
D
3
Volle snelheid
E. Voorwaartse beweging (Tractiepedaal)
Duw de voorzijde van het pedaal omlaag om
voorwaarts te gaan. Laat het pedaal los om
langzamer te rijden en te stoppen. Het tractiepedaal
niet
indrukken
aangetrokken en het parkeerremlampje (W) brandt.
NL-8
Raadpleeg
D
1
E
F
Lagere snelheid
wanneer
de
parkeerrem
F. Achterwaartse beweging (Tractiepedaal)
Duw de achterzijde van het pedaal omlaag om
achterwaarts te gaan. Laat het pedaal los om
langzamer te rijden en te stoppen. De tractor moet
volledig gestopt zijn voordat een andere richting
gekozen
indrukken wanneer de parkeerrem is aangetrokken
en het parkeerremlampje (W) oplicht.
G. Stoelafstelling
Trek de linkerhendel uit om de stoel naar voren of
naar achteren af te stellen. Draai de afstelknop aan
de voorzijde van de stoel om de veerspanning onder
de stoel af te stellen.
H. Hydraulische oliedop
Vullen tot het "groene" gebied op de meter met
).
schone hydraulische vloeistof wanneer de machine
2
koud is. Niet te vol vullen.
I.
Hydraulische olielampje
Dit lampje waarschuwt de bediener voor een
laag vloeistofpeil in de hydraulische tank. Het
lampje werkt in combinatie met het alarm. Zie
Hoofdstuk 4.3.
J. Brandstofdop
Vul de brandstoftank met Nr. 2 diesel met een
minimaal cetaangetal van 45. Zie Hoofdstuk 5.10
K. Brandstofpeilmeter
Deze meter geeft het huidige brandstofpeil aan.
de
Controleer de brandstofmeter dagelijks alvorens de
machine te starten. Alleen tot aan het 'groene'
gebied op de meter vullen, niet volledig vullen. Laat
de machine niet zonder brandstof komen.
L. Slijpschakelaar
De
slijpschakelaar
achterwaarts draaien voor de slijpprocedure.
Voorwaarts – Voor een normale werking
(maaien) moet de schakelaar ingesteld zijn in
de VOORWAARTS (maai)stand.
Achterwaarts – Bij de slijpprocedure moet de
maaier in de achterwaartse draairichting
worden gebruikt. Stel de schakelaar in op de
Afb. 4A
ACHTERWAARTS (slijp)stand.
Bij
de
aangetrokken zijn en zowel de kooischakelaar (S) als
de slijpschakelaar (L) moeten in de achterwaartse
stand
is
Onderhoudshandleiding.
kan
worden.
Het
laat
slijpprocedure
moet
staan.
Raadpleeg
de
tractiepedaal
niet
de
maaieenheden
de
parkeerrem
Onderdelen-
&

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières